1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- SO Bespreken
- Actualiteit
- Terugblik
- Leerdoel
- 1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
- Bronnenopdracht
- Zelfstandig werken
- Afsluiting
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- SO Bespreken
- Actualiteit
- Terugblik
- Leerdoel
- 1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
- Bronnenopdracht
- Zelfstandig werken
- Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht
Twee zaken staan centraal in deze les:
1. Fascisme 
2. Inflatie

Zoek samen met je buurmens op hoe deze twee zaken nu weer actueel zijn! 
Snel klaar? Wat betekenen deze twee begrippen eigenlijk?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel
- Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
- Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
- Je kunt beschrijven hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe staat Turkije ontstond.

Slide 6 - Diapositive


Vrede van Versailles
28 juni 1919







Exact 5 jaar na de aanslag op kroonprins Franz-Ferdinand 
door Gavrilo Princip is de oorlog voorbij.


Slide 7 - Diapositive

Beschrijf het gevoel van de Duitsers, waarom vonden zij het Verdrag van Versailles niet eerlijk?

Slide 8 - Diapositive


Verdrag?! Dictaat!




In Duitsland is grote onvrede en spreekt men
liever van het Dictaat van Versailles

Slide 9 - Diapositive

Gevolgen van de wapenstilstand en de vrede

  • Oprichting Republiek van Weimar.

  • Veel nieuwe staatjes in Europa (Polen, Joegoslavië).

  • Verenigde Staten trekken zich terug uit de wereldpolitiek.

Slide 10 - Diapositive

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog

  • Republiek van Weimar (1919) zetelt in Weimar, in Berlijn is het té onrustig


  • Het verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch.


  • Keizer is gevlucht naar Nederland.

Slide 11 - Diapositive

Gevolgen
  • Sociaal, politiek en economisch zeer onrustig in Duitsland

  • Dolkstootlegende.

  • Wie krijgen denk je de schuld?

Slide 12 - Diapositive


Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924



  • Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
  • Dit was toegestaan volgens het Verdrag van Versailles.
  • Franse troepen blijven in het Saargebied tot 1925.
  • Bijdrukken geld --> hyperinflatie


Franse troepen bezetten Essen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat weet jij eigenlijk
van fascisme?

Slide 18 - Carte mentale


Fascisme

Fascisme is een politieke stroming.


De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 19 - Diapositive

Benito Mussolini


Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)

Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, 
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 20 - Diapositive

Fascisme in Europa
  • "Oplossing voor de crisis"

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 21 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)

Slide 22 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Slide 23 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (3)

  • Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.

  • Geweld is goed: geen woorden maar daden

  • De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.

Slide 24 - Diapositive

Opdracht fascisme
- Stappenplan cartoons 
- Tekstvragen: Het fascisme in Italië 
--> laatste vraag als extra uitdaging, hiervoor moet je zelf zoeken in je boek.
- Antwoorden schrijf je in je schrift.
- Zelfstandig

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

In welk jaar kwam Mussolini aan de macht.
A
1919
B
1922
C
1927
D
1933

Slide 27 - Quiz

Hoe kwam de Mussolini aan de macht?
A
De Italiaanse koning maakte hem minister-president na de 'Mars naar Rome
B
Mussolini werd gekozen als minister-president in verkiezingen.
C
Mussolini pleegde een staatsgreep en nam de macht over.
D
Mussolini was familie van de koning en volgde de hem op toen hij stierf.

Slide 28 - Quiz

Welk kenmerk hoort niet bij het Fascisme van Mussolini?
A
Het leger heeft veel invloed op de politiek
B
Vrouwen zijn gelijk aan mannen
C
Het belang van het land gaat voor het belang van 1 persoon.
D
De kranten moeten schrijven wat de leider wil.

Slide 29 - Quiz

Welk kenmerk van het Fascisme past bij deze foto
A
persoonsverheerlijking
B
antidemocratisch
C
vrouwen zijn ondergeschikt aan de man
D
geweldadig

Slide 30 - Quiz

Mussolini wilde....
A
Vreedzaam met andere landen samenleven.
B
De hele wereld veroveren.
C
Een sterk rijk veroveren rond de Middellandse Zee, zoals de Romeinen hadden gehad.
D
Samen met Duitsland Europa veroveren.

Slide 31 - Quiz

Wat is fout? Het fascisme was in de jaren '30 populair, omdat...
A
men teleurgesteld was in het verloop van WO I
B
men teleurgesteld was in de democratie
C
Het economisch heel goed ging in Europa
D
men teleurgesteld was in de vredesafspraken van Versailles

Slide 32 - Quiz

Turkije
Afstand doen van Arabische gebieden in het Midden-Oosten 
Mandaatgebieden van Fr. en GB.

1923 Turkije, overgebleven uit de veelvolkerenstaat van het Ottomaanse Rijk, maar men is niet tevreden... 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Turkije

Doel: modern westers  land, met zoveel mogelijk etnische Turken

Gevolg: volksverhuizingen en verbod taal/cultuur Koerden.  

Slide 35 - Diapositive

Zelfstandig werken
VWO

Wat? Maken opdrachten paragraaf 4
Tekstboek pagina: 40 t/m 43
Opdrachten op pagina: 44 t/m 47
Opdracht: 3, 5, 8, 10, 11, 14
Hoe? In stilte! 
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Afsluitende paragraaf maken

Slide 36 - Diapositive

Zelfstandig werken
Havo

Wat? Maken opdrachten paragraaf 4
Tekstboek pagina: 38 t/m 41
Opdrachten op pagina: 42 t/m 44
Opdracht:  3, 4, 6, 8, 11
Hoe? In stilte! 
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar?  Afsluitende paragraaf maken

Slide 37 - Diapositive

Leerdoel
- Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
- Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
- Je kunt beschrijven hoe het Ottomaanse Rijk uiteenviel en de nieuwe staat Turkije ontstond.

Slide 38 - Diapositive