2KB BL4 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom

Ga rustig zitten en pak je leesboek.

Wat gaan we doen deze les?

Aan het einde van deze paragraaf:

• kan jij uitleggen hoe een verhaal spannend is gemaakt.
• kan je beschrijven in welke ruimte een verhaal zich afspeelt.
• kan je beschrijven welke sfeer een verhaal oproep.
• Kan je rijmsoorten in een gedicht herkennen.

Lezen

De kloon

Uit: Copycat

Oog in oog met je dubbelgangers

Laura en Simon Burgers

Wie zijn de twee belangrijkste personen in dit verhaal?
Hoe weet je dat?

Bespreken

Hoe kom je te weten over de personen die je noemde?

Wat is er te zeggen over de realtie tussen deze personen?

Noem een bijfiguur.

Hoe realistisch vind je dit verhaal?
Leg uit.

Welke verhaalsoort past nog het meest bij dit verhaal?

Wat maakt dit verhaal spannend?

Maken deze plaatsen het verhaal extra spannend?

Op welke plaatsen speelt het verhaal zich af?

Zeg in andere woorden:
'zag een hoge truck als een schuivende muur op zich afkomen.' (r. 13-14)

Leg de titel van het verhaal uit.

Geef je mening over dit verhaal.
Gebruik minimaal 3 beoordelingswoorden.

Bespreken

Superhelden.nl

W.A.R.P. Greep naar de macht

De gave, Sprong in het duister

Percy Jackson, Bliksemdief

Spanning in verhalen

• Omgeving
• Situatie
• Raadsel of probleem
• Cliffhanger
• Uitstel
• Vermoeder
• Open plekken

Ruimte

Stad of dorp

Kamer, bos, woestijn, planeet

Sfeer oproepen

Aan de slag

Maken

•  Opdracht 2, 3 en 4

Als je klaar bent, ga je lezen.

Rijm

Beginrijm: in dezelfde regel

Eindrijm: Aan het einde van de regel

Rijmloos gedicht: geen rijm

Rijmschema

Gepaard rijm: a-a-b-b

Gekruist rijm: a-b-a-b

Omarmend rijm: a-b-b-a

Ik ging slapen met een doezoe, werd wakker met een ton
En vaak denk ik aan vroeger, ik weet waar het begon
Nu denk ik aan miljoenen, nee vraag me niet waarom
Ik ging slapen met een doezoe, werd wakker met een ton

1. a-a-a-a
2. a-b-a-b
3. a-a-b-b
4. a-b-b-a

En die liefde kreeg ik, en vaak in overmate
Je kon de drempels van het leven aan me overlaten
Je zag die meiden haten want ik had m’n superheld
Je had je vrienden net te vaak over mij verteld

1. a-b-b-a
2. a-b-a-c
3. a-b-b-c
4. a-a-b-b

Niets is mooier dan met jou het land doorkruisen
Op mistroostige plekken je bij me te hebben
En te zien dat het goed is, te zien dat we bruisen
En met wodka en met bokking tussen reddingsbanden

1. a-a-b-b
2. a-b-c-d
3. a-b-a-c
4. a-b-b-a

Lezen

Tekst 1 en 2

Aan de slag

Maken

•  Opdracht 5

Als je klaar bent, ga je een rijmschema maken bij een songtekst.

Wat gaan we doen deze les?

Aan het einde van deze paragraaf:

• kan jij uitleggen hoe een verhaal spannend is gemaakt.
• kan je beschrijven in welke ruimte een verhaal zich afspeelt.
• kan je beschrijven welke sfeer een verhaal oproep.
• Kan je rijmsoorten in een gedicht herkennen.