Grammatica woordsoorten H3 (di les 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek
  
• je iPad (Log vast in bij LessonUp)

Planning

• 3.8 woordsoorten: wat weet je al?
• werkmoment
• afsluiten van de les
  

Veel leerlingen zijn op maandag moe.
Veel =

1. voegwoord (vw)
2. onbepaald hoofdtelwoord (ohtw)
3. bijvoeglijk naamwoord (bn)
4. zelfstandig naamwoord (zn)

Veel leerlingen zijn op maandag moe.
zijn =

1. bezittelijk voornaamwoord (bzv)
2. hulpwerkwoord (hww)
3. koppelwerkwoord (kww)
4. zelfstandig werkwoord (zww)

Op die momenten willen ze alleen maar slapen.
die =

1. vragend voornaamwoord (vrv)
2. aanwijzend voornaamwoord (av)
3. voorzetsel (vz)
4. bijvoeglijk naamwoord (bn)

Op die momenten willen ze alleen maar slapen.
willen =

1. hulpwerkwoord (hww)
2. zelfstandig werkwoord (zww)
3. koppelwerkwoord (kww)
4. zelfstandig naamwoord (zn)

Geef dat boek maar aan mij.
mij =

1. persoonlijk voornaamwoord (psv)
2. bezittelijk voornaamwoord (bzv)
3. wederkerend voornaamwoord (wvn)
4. wederkerig voornaamwoord (wgv)

Werkmoment

• Maak van 3.8: 1 tot en met 9 (opdracht 2 en 8 doen we niet). Deze zijn donderdag einde les af.

3.7 HW 1 tot en met 11 (2, 9 en 10 niet).

3.5 Woorden

quizlet.com

Afsluiting

• We gaan verder met 3.8 Grammatica woordsoorten.