Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Ordening
Slide 1 - Diapositive
Lesindeling
Lesopening
Huiswerk bespreken
Toetsvoorbereiding
Lesafsluiting
Slide 2 - Diapositive
Lesopening
Slide 3 - Diapositive
Waar ging de vorige les over?
Slide 4 - Carte mentale
PW thema 3
Slide 5 - Diapositive
Wat moet je leren?
PW thema 3: basisstof 3.1 t/m 3.6.
Je moet leren de samenvatting in je boek (pagina 262 t/m 265)
De dikgedrukte begrippen in de teksten.
Afbeeldingen in je boek.
Bekijk of je de leerdoelen beheerst of niet!
Slide 6 - Diapositive
Hoe kun je leren voor biologie?
Maak een begrippenlijst (dikgedrukte woorden in je boek + omschrijving)
Leer begrippen uit je hoofd
Maak oefenvragen over de lesstof
Laat jezelf overhoren door je ouders of klasgenoten
Bedenk je eigen toets vragen
Slide 7 - Diapositive
Enkele oefenvragen over ordening
Slide 8 - Diapositive
Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Kun je een voorbeeld noemen van een schimmel?
Slide 11 - Question ouverte
Een zeester is tweezijdig symmetrisch
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Een kreeft heeft een uitwendig skelet
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Bij welke stam hoort het organisme in de afbeelding?
A
Weekdieren
B
Stekelhuidigen
C
Geleedpotigen
D
Neteldieren
Slide 14 - Quiz
Een mens heeft een tweezijdig symmetrisch hoofd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Een plantencel heeft een celkern
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Bij welke stam hoort de kokkel in de afbeelding?
A
Gewervelden
B
Stekelhuidigen
C
Neteldieren
D
Weekdieren
Slide 17 - Quiz
Door welke organismen wordt zwemmerseczeem veroorzaakt?
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Dieren
D
Planten
Slide 18 - Quiz
Welke organen zijn er niet bij sporenplanten?
Slide 19 - Question ouverte
In de zee rond Curaçao leven algen, die tot de planten worden gerekend. Welk kenmerk van de cellen van algen wordt gebruikt om ze bij de planten te rekenen?
Slide 20 - Question ouverte
Paardenstaarten vormen aan het uiteinde van de stengel sporenvormende organen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Een paardenstaart behoort tot het rijk van de bacteriën
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Een vacuole is een blaasje gevuld met vocht in een plantencel