G1A wo 19 mei 2021 posse + 5A r. 13 tm 27

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Latijn woensdag 19 mei 2021

huiswerk: leren rijtje posse

mk 5a r. 13 t/m 27

Programma

herhalen werkwoorden

bespreken 5A r. 13 t/m 27

Leerdoelen:

- Je (her)kent het praesensrijtje (weer)

- Je (her)kent de rijtjes van esse en posse

- Je snapt r. 13 t/m 17 van tekst 5A

Werkwoord

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

jullie

wij

zij

ik

hij/zij/het

jij

Werkwoord

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

tis

mus

nt

o

t

s

habemus

1. ik heb
2. jij hebt
3. wij hebben
4. zij hebben

rogas

1. ik vraag
2. jij vraagt
3. wij vragen
4. jullie vragen

responde

1. ik antwoord
2. hij antwoordt
3. wij antwoorden
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent 'responde' dan wel?

Werkwoord

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

estis

sumus

sunt

sum

est

es

sumus

1. ik ben
2. wij zijn
3. jij bent
4. jullie zijn

es

1. ik ben
2. jij bent
3. wij zijn
4. geen van deze antwoorden

este

1. ik ben
2. jij bent
3. hij is
4. wees

Werkwoord

ev

mv

ik ben

wij zijn

jij bent

jullie zijn

hij/zij/het is

zij zijn

estis

sumus

sunt

sum

est

es

Werkwoord

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

potestis

possumus

possunt

possum

potest

potes

potestis

1. ik kan
2. jij kunt
3. wij kunnen
4. jullie kunnen

potes

1. ik kan
2. jij kunt
3. wij kunnen
4. geen van deze antwoorden

possunt

1. ik kan
2. wij kunnen
3. zij kunnen
4. geen van deze antwoorden

Werkwoord

ev

mv

ik kan

wij kunnen

jij kunt

jullie kunnen

hij/zij/het kan

zij kunnen

potestis

possumus

possunt

possum

potest

potes

Phocis respondet: ‘me iubes vinum emere.’

Quintus repetit: ‘Me iubes cibum coquere.’

Delia dicit: ‘Triclinium ornare me iubes.’

15. Philo: ‘Geminos quaerere me iubes.’

Servi et ancillae celeriter ex atrio discedunt.

Marcia contenta est, quod omnes bene laborant.

Pueri in atrium incurrunt. Felem agitant.

Felem capere non possunt. Rident et clamant.

20. Mater irata dicit: ‘Marce, consiste. Desine Luci. 

Tacete et audite. Conviva iam advenit. 

Prope ianuam consistite et conviviam expectate.’

Lucius et Marcus prope ianuam consistunt. 

Convivam exspectant. Mordax quoque prope ianuam 

stat. 

Mordax est canis. Mordax saepe mordet!

Iam senator advenit. Pueri senatorem salutant:

 ‘Salve senator. Intra, sed cave canem.’ Senator ridet: 

25.  Canem non timeo. Canis me  terrere non potest!

Subito autem Mordax latrat. Senator timidus non est et

dicit: Canes latrantes non mordent.’