Je kent de politieke stromingen en je weet welke linkse, rechtse en midden partijen daarbij horen en of ze progressieve en/of conservatieve standpunten hebben.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
LESDOEL:
Je kent de politieke stromingen en je weet welke linkse, rechtse en midden partijen daarbij horen en of ze progressieve en/of conservatieve standpunten hebben.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Rechtse partijen
Vindt vrijheid erg belangrijk.
Mensen moeten vrij zijn om zelf hun rijkdom te scheppen.
De overheid is passief en helpt alleen in noodsituaties en zorgt voor veiligheid.
Probeert belastingen laag te houden.
Slide 14 - Diapositive
Middenpartijen
Hebben zowel rechtse als linkse standpunten.
Vinden dat de mensen voor elkaar moeten zorgen.
De overheid moet alleen helpen als het misgaat.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Progressief en conservatief
Progressief: Gericht op verandering en vernieuwing. Op zoek naar vooruitgang.
Conservatief:Gericht op het bestaande systeem. Geen verandering, maar behouden van traditionele normen.
Slide 17 - Diapositive
Resultaat
Was je voor een passieve overheid met een zo laag mogelijke belasting voor iedereen en vond je vrijheid belangrijker dan gelijkheid? Dan ben je rechts.
Was je voor een actieve overheid en vond je dat rijke mensen meer belasting moeten betalen om meer gelijkheid te krijgen? Dan ben je links.
Was je van mening dat mensen voor elkaar moeten zorgen in plaats van de overheid en was je het zowel eens met rechtse als linkse standpunten? Dan ben je midden.