par 4.4 Bronnen: Water als bedreiging

Par 4.4 Bronnen: water als bedreiging
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Par 4.4 Bronnen: water als bedreiging

Slide 1 - Diapositive

Lezen
Basis: par 4.4.
Kader: par 1.5

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen waarom onze kustlijn onderhoud nodig heeft.
- Je weet wat de Zandmotor is en hoe dit werkt.
- Je kunt uitleggen hoe getijden, wind en zeestromen de Zandmotor laten werken.
- Je weet het verschil tussen dijkverhoging en dijkverbetering.
- Je kunt uitleggen op welke manier de rivieren in Nederland meer ruimte krijgen.
- Je weet wat een nevengeul is.
- Je weet waarom kribben in de rivier worden aangelegd.
- Je weet wat een overloopgebied is.
- Je weet wat de Deltawerken zijn en kunt uitleggen waarom ze zijn aangelegd.
- Je weet wat de Zuiderzeewerken zijn en waarom ze zijn aangelegd.
- Je kunt uitleggen waarom waterwegen voor transport in Nederland zo belangrijk zijn.
- Je kunt uitleggen wat wateroverlast en watertekorten zijn.


Slide 3 - Diapositive

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Diapositive

Als de bevolking groeit omdat er zich meer mensen in een gebied vestigen dan er vertrekken dan is er sprake van?
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 5 - Quiz

Welke voorziening heeft een groter verzorgingsgebied?
A
Huisarts
B
Academisch ziekenhuis
C
Supermarkt
D
Bouwmarkt

Slide 6 - Quiz

Koppel het juiste begrip aan de juiste tijden
Urbanisatie
Suburbanisatie
Re-urbanisatie
1960 - 1980
1870-1960
1980 - heden

Slide 7 - Question de remorquage

Wat hoort er bij de Randstad?
A
Concentrisch groeimodel
B
Meerkernen-groeimodel
C
Demografisch transitiemodel
D
Vergrijzing

Slide 8 - Quiz

Je kunt vervuiling van water op verschillende manieren indelen. Een manier is naar de stoffen waarmee het water is vervuild.
Welke begrippen horen bij welke omschrijving?
Chemische vervuiling
Thermische vervuiling
Biologische vervuiling
Het water is vervuild met biologisch afbreekbare stoffen uit bijvoorbeeld voedsel. 
Het water is vervuild met stoffen die door mensen zijn gemaakt en die moeilijk afbreekbaar zijn. 
Er zijn geen stoffen aan het water toegevoegd, maar het water is warmer, wat nadelig is voor het leven in het water. 

Slide 9 - Question de remorquage

Zwart water is het water van de toiletspoeling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Sleep de begrippen op de juiste plek
A
B
C
D
Zomerdijk
Uiterwaarde
Winterdijk
Overloopgebied

Slide 11 - Question de remorquage

De vertakkingen van een rivier in de delta ontstaan doordat door sedimentatie de rivieren soms dichtslibben. Een deel van het water zoekt een nieuwe weg naar zee.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Welke dijk is hoger?
A
Winterdijk
B
Zomerdijk

Slide 13 - Quiz

In welk deel van Nederland wordt vaak oppervlaktewater gebruikt om drinkwater van te maken?
A
Noord
B
Zuid
C
Oost
D
West

Slide 14 - Quiz

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 15 - Diapositive

Zandmotor
Nieuwe kustverdediging, golven breken de kust af, erosie.
De Zandmotor is een nieuwe vorm van onderhoud.
Getijden, wind en zeestromen verspreiden het zand over de kust. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Bron 1 
de Zandmotor
de Zandmotor
Een nieuwe manier om de kust te verdedigen. Je spuit voortdurend zand voor de NL kust en laat de zee zelf het zand verspreiden. 

(ipv om de 5 jaar het zand op strand te spuiten)
Zeestromen en getijden zorgen voor de verspreiding van het zand. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Dijkverlegging
Op sommige plekken heeft de rivier te weinig ruimte. De rivier is bijvoorbeeld te smal. 
Bij Nijmegen heeft de Waal meer ruimte gekregen. 
De winterdijk is verlegd en er is een nevengeul gegraven. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Dijk versterken
Een dijk kan verhoogd en waar mogelijk ook verbreed worden. 
Grotere waterafvoer aan het eind van de rivier.

Slide 22 - Diapositive

Watersnoodramp
In 1953 braken de dijken door tijdens een zware storm. 
Grote stukken land liepen onder water en veel mensen verdronken. 

Slide 23 - Diapositive

Deltawerken
Om een nieuwe overstroming te voorkomen werden de Deltawerken aangelegd. 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Diapositive

Zuiderzeewerken
Het IJsselmeer heette vroeger de Zuiderzee.
De Zuiderzee was woest en het stormde er vaak.
Onveiligheid.
1916: grote overstroming.
Aanleg Zuiderzeewerken: Afsluitdijk en aanleg van nieuwe polders.

Slide 27 - Diapositive

Afsluitdijk
Met de bouw van de Afsluitdijk werd in 1920 begonnen.
De Afsluitdijk was klaar in 1933.
Verdediging tegen de zee en een snellere verbinding tussen Noord-Holland en Friesland.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Ruimte voor de rivier
Dat kan op verschillende manieren:
uiterwaarde afgraven.
overloop creëren.
kribben verlagen.

Slide 30 - Diapositive

Ruimte voor de rivier

Slide 31 - Diapositive

Waterplein
Tijdelijke opslag van water in de stad Rotterdam. Veel bebouwing, steen en asfalt en dat neemt geen water op. 
Een waterplein kan tijdelijk water opvangen en afvoeren.

Slide 32 - Diapositive

Waterwegen
Onze waterwegen moeten goed bevaarbaar zijn. Dit is belangrijk voor de economie.
Verbinding met Duitsland.

Slide 33 - Diapositive

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 34 - Diapositive

In welk jaar vond de watersnoodramp plaats?
A
1950
B
1953
C
1955
D
1965

Slide 35 - Quiz

Dijkverhoging
Kribben
Deltawerken
Zandmotor

Slide 36 - Question de remorquage

Wat hoort bij de Zuiderzeewerken?
A
Zeeland en Flevoland
B
Afsluitdijk, Flevoland
C
Afsluitdijk, nevengeul
D
Flevoland, nevengeul

Slide 37 - Quiz

Begrippen uit deze les

  • kribben
  • Zuiderzeewerken
  • Deltawerken
  • Dijkverhoging
  • Zandmotor
  • nevengeul
  • waterplein




Slide 38 - Diapositive

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 4.4.
Bekijk de filmpjes over dit onderwerp. 

Slide 39 - Diapositive