Bridging the Gap review

BRIDGING the GAP
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BRIDGING the GAP

Slide 1 - Diapositive

The Present Simple
Present Simple

Slide 2 - Diapositive

Present Simple

Slide 3 - Diapositive

Present simple 

Je gebruikt de Present Simple bij:

FEITEN
GEWOONTEN
REGELMATIGHEDEN

Slide 4 - Diapositive

Present simple 

Slide 5 - Diapositive

Present simple

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Lien

PRESENT CONTINUOUS

Slide 10 - Diapositive

present continuous

Slide 11 - Diapositive

PRESENT CONTINUOUS

Slide 12 - Diapositive

Present continuous
Subject +
Form of to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

 Some & any

Slide 15 - Diapositive

some & any

Slide 16 - Diapositive

Some/any
Some
- normale zinnen
- bij vragen waar je "ja" antwoord verwacht
- I bought some pencils.
- Would you like some more tea?
Any
- ontkennende zinnen (not/never)
- vraagzinnen
- I haven't got any friends.
- Do you know any of these people?

Slide 17 - Diapositive

Some & Any

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien


Word Order

Slide 20 - Diapositive

word order

Slide 21 - Diapositive

Word order

Slide 22 - Diapositive

WORD ORDER
Wie
doet
wat
waar
wanneer
ow
ww
lv
plaats
tijd
Liz
has
computer science
in the library
today
We
play
a game
at our house
after school

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Diapositive

 Bijwoorden van frequentie
 Deze bijwoorden geven aan hoe vaak/weinig iets gebeurt/gebruikt wordt, bijvoorbeeld always, sometimes, never. Een zin met een bijwoord van frequentie erin ziet er dan zo uit:
a. We never play soccer on the street.
b. They sometimes use the television.
c. She is always late at school.

Je ziet dat het bijwoord van tijd altijd vóór het werkwoord in de zin komt te staan (zin a & b), behalve bij het werkwoord 'to be' (zin c), dan komt het bijwoord van tijd áchter het werkwoord te staan!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien