Balansmetode
1 / 14
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een vergelijking
A
50 - 2b = 30 + 2b
B
5a - 18 + 23
C
12 + 8t-18
Slide 2 - Quiz
Bereken met de balansmethode wat x is.
5x+14=9x+26
A
x=−3
B
x=−4
C
x=3
D
x=4
Slide 3 - Quiz
Balansmethode, los op:
-x + 8 = 8
-x + 8 = 8
A
1
B
-1
C
0
D
8
Slide 4 - Quiz
Los op: 6a + 5 = 2a + 17 + a
Gebruik de balansmethode.
Gebruik de balansmethode.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 5 - Quiz
Los op met de balansmethode:
8a + 2 = 7a + 30
8a + 2 = 7a + 30
A
a = 2,1
B
a = 2
C
a = 28
D
a = 14
Slide 6 - Quiz
Los op met de balansmethode:
4(x + 2) = 12
4(x + 2) = 12
A
4x + 2 = 12
4x = 14
x = 3,5
B
4x + 2 = 12
4x = 10
x = 2,5
C
4x + 8 = 12
4x = 20
x = 5
D
4x + 8 = 12
4x = 4
x = 1
Slide 7 - Quiz
Los op met de balansmethode:
5(x - 6) + 3x = 16
5(x - 6) + 3x = 16
A
5x - 30 + 3x = 16
2x - 30 = 16
2x = 46
x = 23
B
5x - 6 + 3x = 16
2x - 6 = 16
2x = 22
x = 11
Slide 8 - Quiz
Bereken met de balansmethode wat x is.
3x+14=6x+26
A
x=−4
B
x=−3
C
x=3
D
x=4
Slide 9 - Quiz
Wanneer gebruik je de balansmethode?
A
Voor het berekenen van oppervlakte.
B
Voor het oplossen van vergelijkingen.
C
Om bananen te wegen in de supermarkt.
Slide 10 - Quiz
Los op met balansmethode:
-1,5a - 2 = 2,5
-1,5a - 2 = 2,5
A
a = 3
B
a = - 3
C
a = 4,5
D
a = - 4,5
Slide 11 - Quiz
Wat is de balansmethode?
A
Een methode om te balanceren
B
Een methode om te wegen
C
Een methode om te meten
D
Een methode om vergelijkingen op te lossen
Slide 12 - Quiz
Wat wordt
de vergelijking?
de vergelijking?
A
3 + 0,10k = 53
B
53
C
3 + 0,10k
Slide 13 - Quiz
5(2x+5) = 115
x=
x=
A
10
B
9
C
11
D
7
