Antwoorden Meer dan lezen

Antwoorden Meer dan lezen
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Antwoorden Meer dan lezen

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 1
Onbekende woorden

Slide 2 - Diapositive

opdracht 1
  • 1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld voor  blij: happy, gelukkig bij         boos: pissig, chagrijnig.
  • 2 C gevoelens
  • 3 aanschijn – aangezicht – toet – gelaat
  • 4 snuit, smoelwerk, toet
  • 5 gezicht, aanschijn, aangezicht of gelaat

Slide 3 - Diapositive

opdracht 2
  • 1  C stoere
  • 2  schoenen, patta’s
  • 3  sluipen
  • 4  De eerste sneaker werd gemaakt door een politieagent. waar
  • Met sneakers aan kun je harder rennen. niet waar

Slide 4 - Diapositive

opdracht 3
  • 1 meteen
  • 2 ruzie
  • 3 aantekeningen
  • 4 smoothies
  • 5 gebruiksaanwijzing

Slide 5 - Diapositive

opdracht 4
  • 1 een fles met brief / fles met brief
  • 2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: fitness, Netflix kijken en               naar de bios gaan.
  • 3 B ‘Het is egt stom dat je thuis moet blijven.’
  • 4 De fles heeft maar kort in het water gelegen. niet waar
  •     De brief eindigt met de vraag contact te maken. waar
  •     Joshua mist het circus het meest. niet waar

Slide 6 - Diapositive

opdracht 4
  • 5  crisis  echt  skelteren

Slide 7 - Diapositive

opdracht 5
  • aantrekkelijk      verleidelijk
  • drang                     neiging
  • handig                   nuttig
  • invloed                  controle
  • lekker                     prettig
  • meteen                 onmiddellijk
  • professor              hoogleraar

Slide 8 - Diapositive

opdracht 6
  • 1 Het kan nuttig zijn om harder of vaker op een knopje te drukken als het niet werkt, omdat de verbinding misschien verbroken is (waardoor het knopje niet altijd even goed naar je luistert) of omdat er vuil tussen zit wat het contact verstoort.
  • 2 liftknopjes en stoplichtknopjes / lift en stoplicht / liftknop en stoplichtknop 

Slide 9 - Diapositive

opdracht 6

  • 3 Het is lastig om dat vaak drukken niet te doen, omdat het indrukken van een knopje je het idee geeft dat je enige controle
  • 4 C je weet dat het kan en daarom wil je graag.


Slide 10 - Diapositive

paragraaf 2
Het onderwerp

Slide 11 - Diapositive

                              opdracht 1

  • 1 A Als het voorwerp meer dan 100 jaar oud is.
  • 2 Mand / mandje
  • 3 C mand van Ben Strik
  • 4 Ben Strik houdt de mand op de kop vast. waar
  • De mand hoort in een kast te staan. niet waar
  • De mand is gemaakt door de firma Tichelaar. waar
  • De mand is gemaakt in Makkum. waar
  • De mand werd alleen als fruitmand gebruikt. niet waar


Slide 12 - Diapositive

                             opdracht 2

  • 1 antiquair (alinea 1) - iemand die handelt in antiek
  • geërgerd (alinea 2) - geïrriteerd
  • hysterische (alinea 2) - overdreven enthousiaste
  • ongekend (alinea 3) - enorm
  • 2 C meneer Mand
  • 3 B omdat hij het woord ‘mand’ riep
  • 4 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ben Strik vindt het leuk om als meneer Mand bekend te zijn, want hij gaat graag op de foto met zijn fans.

Slide 13 - Diapositive

                             opdracht 3

  • 1 Je kunt snel zien waar dit bericht over gaat, door naar de foto te kijken. Hier zie je al meteen een hondje dat op de arm zit bij een mevrouw in een (soort van politie-)uniform/ aan de titel
  • 2 A bewaking van Schiphol vindt hond
  • 3 c Hondje gedumpt - d Hondje gevonden - b Zoektocht naar de eigenaar – a Hondje in het asiel
  • 4 Eigen antwoord.



Slide 14 - Diapositive

                             opdracht 4

  • 1 De foto, de titel (in hoofdletters getypt), het woord ‘elf’ en de # onderaan
  • 2 daar zakt onze broek van af – heel erg verbaasd zijn over iets
  • babyface – jong, kinderlijk gezicht
  • opgehesen – weer omhoog getrokken
  • proces-verbaal - boete, bekeuring
  • 3 A elfjarig jongetje rijdt auto
  • 4 B Nee, er wordt bedoeld dat ze verbaasd waren.
5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: #vetraar, #apart, #elfjaaroudenrijden
6 a Het bericht van de bewaking van Schiphol is serieus bedoeld.
b Het bericht van de politie is grappig bedoeld.







Slide 15 - Diapositive

  • 5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: #vetraar, #apart, #elfjaaroudenrijden
  • 6 a Het bericht van de bewaking van Schiphol is serieus bedoeld.
  • b Het bericht van de politie is grappig bedoeld.

Slide 16 - Diapositive

                             opdracht 5

1 a Het bericht op sociale media heeft kortere zinnen dan het artikel.
b De informatie in beide teksten is bijna hetzelfde.
c In het artikel staat meer informatie dan in het sociale-media-bericht.
d Het aantal moeilijke woorden in allebei de teksten is ongeveer gelijk.




Slide 17 - Diapositive

                             opdracht 5

  • 2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: ik zou eerder het bericht op sociale media lezen, want dat heeft kortere zinnen dan het krantenartikel en ik houd van kortere zinnen.

  • 3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik vind niet dat een jongen van 11 in een auto moet rijden, dus ik vind dat de vader niet goed bezig is. Het is veel te gevaarlijk.




Slide 18 - Diapositive

                             opdracht 6

  • 1 proces-verbaal
  • 2 babyface
  • 3 antiquair
  • 4 hysterisch
  • 5 geërgerd
  • 6 ongekend





Slide 19 - Diapositive

paragraaf 3

Slide 20 - Diapositive

opdracht 1

Slide 21 - Diapositive

  • 1 Het liedje gaat over: plastic, plastic soep, afval, troep, vuilnis, spullen
  • 2 B Hij maakt zich zorgen over veel te veel plastic.
  • 3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Typhoon probeert mijn interesse te wekken door: rap, dans, animatie, vrolijkheid.

Slide 22 - Diapositive

opdracht 2

Slide 23 - Diapositive

  • 1 Het liedje van Typhoon gaat over plastic en dat dit heftig is voor de natuur.
  • 2 een vuilnisbelt in de oceaan
  • 3. Drie dingen die heftig zijn voor de natuur:
  • - troep op je stoep
  • - vissen gaan dood
  • - vogels gaan dood
  • - plastic in je eten
  • - vergif in de lucht
  • 4 Er is zoveel plastic, omdat bedrijven winst willen maken / omdat spullen niet duurzaam gemaakt worden / omdat mensen niet recyclen.
Goed: als één van bovenstaande redenen genoemd wordt.
Gedeeltelijk goed: x
Fout: als er geen reden genoemd wordt.

Slide 24 - Diapositive

  • 4 Er is zoveel plastic, omdat bedrijven winst willen maken / omdat spullen niet duurzaam gemaakt worden / omdat mensen niet recyclen.

Slide 25 - Diapositive

opdracht 3

Slide 26 - Diapositive

Betekenis woord in de tekst
  • exemplaar                       versie
  • goed voor de natuur    duurzaam
  • handel                              commercie
  • hergebruik                       recycle
  • verstoppen                       verhullen
  • weer door de natuur opgenomen      afbreekbaar

Slide 27 - Diapositive

opdracht 4

Slide 28 - Diapositive

  • 1. Het onderwerp van deze tekst is eiland gemaakt op plastic flessen / eiland op plastic flessen.
  • 2 A Een Franse ondernemer wilde iets positiefs doen met het grote plasticprobleem in Ivoorkust.
  • 3 Op het eiland kun je karaoke zingen in een café. waar
  • Er waren 700.000 plastic flessen nodig voor het eiland. waar
  • Er waren veel te weinig flessen voor een grote boot. niet waar
  • 4 B groter worden dan je dacht
  • 5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Als ik naar het eiland zou gaan, dan zou ik Eric kunnen helpen met het verzamelen van plastic flessen / met het opruimen van het achtergelaten afval.


Slide 29 - Diapositive

  • 4 B groter worden dan je dacht
  • 5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Als ik naar het eiland zou gaan, dan zou ik Eric kunnen helpen met het verzamelen van plastic flessen / met het opruimen van het achtergelaten afval.

Slide 30 - Diapositive

opdracht 5

Slide 31 - Diapositive

  • .1 Het probleem is dat er veel plastic in oceanen ronddrijft.
  • 2 plastic soep, drijvende vuilnisbelt
  • 3 A iets of iemand steunen
  • 4 A Het geld gaat naar nieuwe schoonmaakacties.
  • 4 d – b – c – a
  • 5 B De Ocean Cleanup maakt de oceaan schoon en verkoopt daarom zonnebrillen van plastic.


Slide 32 - Diapositive

Paragraaf 4
Tekstdoelen en tekstsoorten 

Slide 33 - Diapositive

opdracht 1

Slide 34 - Diapositive

opdracht 1
  • Recensie van een boek - overtuigen
  • Geboortekaartje van je neefje - informeren
  • Stappenplan boomhut bouwen - instrueren


Slide 35 - Diapositive

opdracht 2

Slide 36 - Diapositive

opdracht 1
  • 1 C wonen op een Grieks eiland
  • 2 De mening van de schrijver van de tekst is dat verhuizen naar Antikythera een superkans is. De schrijver wil jou als lezer overtuigen om ernaartoe te gaan. De schrijver noemt daarom redenen om te laten zien waarom deze oproep volgens hem fantastisch is. Je herkent de mening van de schrijver in de eerste zin aan de woorden: ik vind.

Slide 37 - Diapositive

opdracht 1
  • 3 C Wonen op het Griekse eiland Antikythera is een superkans die je moet pakken.
  • 4 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik ben overtuigd, het lijkt mij heerlijk om altijd mooi weer te hebben!


Slide 38 - Diapositive

opdracht 3

Slide 39 - Diapositive

opdracht 1
  • 1 C woonplek van mevrouw Vis
  • 2 Informeren
  • 3 Met ‘niet in een glazen bol kunnen kijken’ wordt bedoeld dat ze niet in de toekomst kunnen kijken.
  • 4 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: In een dierentuin woon je tussen de dieren, dat is gezellig. In een dierenpark kun je makkelijk je dagelijkse wandeling houden. Je ziet veel mensen, dus je kunt snel nieuwe vrienden maken.


Slide 40 - Diapositive

opdracht 4

Slide 41 - Diapositive

opdracht 1
  • 1 A goedkope slaapkamerverandering
  • 2 budget - maximum geldbedrag dat je mag uitgeven
  •     likje - een klein beetje
  •     omtoveren - veranderen
  •     zo veranderlijk als het weer zijn - de hele tijd van                                                                   mening veranderen

Slide 42 - Diapositive

opdracht 1
  • 3 De schrijfster wil dat je leert hoe je je kamer kan pimpen met weinig geld.
  • Het doel van deze tekst is dus instrueren.
  • 4 De schrijfster kan meer uitgeven dan haar budget, als ze haar eigen zakgeld gaat gebruiken.



Slide 43 - Diapositive

opdracht 5

Slide 44 - Diapositive

opdracht 1
  • a portemonnee
  • b ongeveer
  • c bewaren
  • d rustig kiezen

Slide 45 - Diapositive