Kapitel 6 Les 1-3 HAVO2
1 / 20
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
erst
sauber
die Welt
sondern
die Sprache
entweder...oder
of....of
pas
de wereld
de taal
(niet)...maar
schoon
Slide 2 - Question de remorquage
Ausflug
A
der
B
die
C
das
Slide 3 - Quiz
Insel/See (zee dus geen meer)
A
der/die
B
die/die
C
das/die
D
der/das
Slide 4 - Quiz
egal
A
dat maakt wel uit
B
dat kan mij niets schelen
C
het is belangrijk
D
om het even
Slide 5 - Quiz
faul
Slide 6 - Question ouverte
gerade (3 antwoorden met coma's tussen)
Slide 7 - Question ouverte
de tent
A
das Cent
B
die Zelt
C
das Zelt
D
das Tente
Slide 8 - Quiz
waarheen?
Slide 9 - Question ouverte
wanneer?
Slide 10 - Question ouverte
waar?
Slide 11 - Question ouverte
welk weer? (weer=hoofdletter)
Slide 12 - Question ouverte
Wir fliegen für drei......
Ich fahre vom 17 Juni.....
Ich mag es gern....
Wir haben eine Ferienwohnung....
....bis zum 1. August in den Urlaub.
....wenn es warm/heiß/kühl/kalt ist
....gemietet
....Wochen in die USA.
Slide 13 - Question de remorquage
Ik houd van wind.
Slide 14 - Question ouverte
Ik houd van onweer (onweer= hoofdletter).
Slide 15 - Question ouverte
We blijven tien dagen. (getal voluit, dagen-hoofdletter)
Slide 16 - Question ouverte
We slapen in een hotel.(na "in" hier derde naamval pakken, hotel=hoofd..)
Slide 17 - Question ouverte
Wohin fährst du in den Urlaub (je eigen antwoord)
