H3- Grammar 11+12

H3- Monday 6 April
- Present Simple vs. Present Continuous
- Object plus infinitive (voorwerp plus het hele ww)
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H3- Monday 6 April
- Present Simple vs. Present Continuous
- Object plus infinitive (voorwerp plus het hele ww)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Grammar
Object plus infinitive (voorwerp plus het hele werkwoord)

Slide 7 - Diapositive

Terms
Object = voorwerp (meestal persoon/personen)
Infinitive= hele werkwoord met to

Slide 8 - Diapositive

Rules
- Na sommige werkwoorden, werkwoorden die een bevel of wens uitdrukken gebruik je lijd. vw/meewerkend vw + to+ hele ww

- Voorbeelden van werkwoorden die een bevel/ wens uitdrukken: advise, ask, allow, expect, encourage, force, help, invite, order, persuade, need, tell, mean, order

Slide 9 - Diapositive

Examples
mv/lijd.vw
to+ hele ww
1. Tom wanted me to help him study.
2. Her parents allowed her to go out last night.
3. He saw the cat climb into the tree.
saw= geeft waarneming met een zintuig, dus GEEN to voor hele ww

Slide 10 - Diapositive

HW
Make: ex. 23, 25, 26+27 (WB p.101-102)
Leren: BU 31 (herhaling)

Slide 11 - Diapositive