Epilepsie

EPILEPSIE
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

EPILEPSIE

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij al van epilepsie?

Slide 2 - Carte mentale

Doelen les epilepsie

  • De student kent de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel
  • De student kent de student de anatomie en fysiologie van de zenuwcel
  • De student kan de student uitleggen wat epilepsie is
  • De student kan epilepsie classificeren


Slide 3 - Diapositive

Zenuwstelsel

Slide 4 - Diapositive

Verschil tussen motorisch en sensorisch zenuwstelsel

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat is epilepsie?
Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. Aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Focale aanval met intacte gewaarwording
  • Focale aanvallen met intacte gewaarwording werden vroeger eenvoudig partiële aanvallen genoemd. 

  • De aanval blijft beperkt tot een klein deel van de hersenen. Het bewustzijn blijft helder. (Deze aanvallen zijn soms zo licht dat anderen de aanval niet opmerken.)

  •  De duur kan zeer verschillend zijn, van seconden tot minuten.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Focale aanval met verminderde gewaarwording
  • Bij een focale aanval met verminderde gewaarwording, voorheen complex partiële aanval genoemd, is het bewustzijn geheel of gedeeltelijk verdwenen. 
  • De verschijnselen zijn heel verschillend. Soms heeft iemand alleen een (sterk) verlaagd bewustzijn, de persoon staart voor zich uit en reageert niet op aanspreken. Vaak zijn er automatismen; deze zijn subtiel (friemelen, smakken), of onrustig (uitkleden, weg willen lopen), of heftig (trappelen, dreigend of agressief gedrag).

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Tonisch clonische aanval
  • De tonisch-clonische aanval is de meest bekende aanval, maar niet de meest voorkomende. 
  • Deze aanval wordt ook wel toeval, insult of grote aanval genoemd. Vroeger sprak men ook wel over 'grand mal'. Tonisch-clonisch betekent verkrampt en schokkend. (De naam geeft aan wat tijdens een aanval gebeurt.)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Absences
  • Absences werden vroeger ook wel 'petit mal' genoemd. 
  • Deze aanvallen komen het meest voor op jonge leeftijd, vanaf 6 jaar, en komen bijna tweemaal vaker voor bij meisjes.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Myoclonische aanval
  • Bij een myoclonische aanval trekken spieren in armen en/of benen zich vrij plotseling samen waardoor schokjes optreden. 
  • Soms gaat het om één schokje, soms om een hele serie. Een enkele keer doet het hele lichaam mee. De schokjes duren zo kort dat het bewustzijn niet of niet waarneembaar wordt verstoord. Als de spierschokjes hevig zijn, kan iemand vallen. 
  • Een myoclonische aanval duurt kort en mensen herstellen zich snel na een aanval.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Wat heb jij geleerd over epilepsie? Noem 3 dingen.

Slide 22 - Carte mentale

Doelen les epilepsie

  • De student kent de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel
  • De student kent de student de anatomie en fysiologie van de zenuwcel
  • De student kan de student uitleggen wat epilepsie is
  • De student kan epilepsie classificeren


Slide 23 - Diapositive