Woensdag 9 november 2022

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Woensdag  9 november 2022

08.30 - 09.30 uur Sport	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.30 - 10.10 uur woordenschat thema film	12.40 - 13.30 uur Rekenen
10.10 - 10.30 uur Pauze	13.30-14.20 Woordenspel thema Film
10.30 - 11.20 uur disk - zelfstandig werken
11.20- 12.10 uur Jij toetsen inhalen / doorstromen

Sport

We gaan lekker sporten

Woordenschat

Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Film.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

alvast

•  nu al;
• voor iets anders;
• heeft met tijd te maken
• Zin: Ik ga alvast mijn toets leren. Dan heb ik tijd genoeg.

het niet redden

• het niet voor elkaar krijgen;
• het niet halen;
• Zin: Ik ga het niet redden om op tijd op school te komen. Ik heb te lang geslapen.
• Zin: Hij redt het niet om een goed cijfer voor de toets te halen. Hij heeft niet goed geleerd.

kritisch

• goed kijken naar wat er beter kan;
• zelfstandig naamwoord: de kritiek;
• ander woord: tips
• Zin: Wil jij kritisch naar mijn brief kijken en mij vertellen wat ik beter kan doen?

massaal

• met heel veel mensen op hetzelfde moment;
• met heel veel mensen op dezelfde plaats zijn;
• Zin: De mensen zijn massaal naar buiten gegaan om feest te vieren!

het talent

• iets wat je heel goed kan, zonder dat je hiervoor geleerd of geoefend hebt;
• je kan meerdere talenten hebben.
• Zin: Mijn talent is zingen. Ik kon al goed zingen toen ik vier jaar was!

Waar wordt het woord
alvast
goed gebruikt?

1. Hij moet alvast zijn laptop afsluiten, want hij is naar huis gegaan.
2. Hij moet alvast naar huis, want zijn laptop moet hij morgen afsluiten.
3. Hij moet zo naar huis. Hij gaat nu alvast zijn laptop afsluiten.

Waar zie jet het woord:
massaal

1. 
2. 
3. 
4. 

Waar wordt het woord
het niet redden
goed gebruikt?

1. Ik ben op tijd opgestaan. Ik ga het niet redden om op tijd te komen.
2. Ik ben al op weg naar school. Ik ga het niet redden om op tijd te komen.
3. Ik ben te laat opgestaan. Ik ga het niet redden om op tijd te komen.

Mijn talent is........

Ik ben kritisch op mijn werk

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Hij heeft echt een groot ......... voor tekenen. Hij kan dat heel goed.

Ga jij ........... naar school? Ik kom er ook zo aan!

De leerlingen stonden ............ bij de deur van de school. Zij wilden allemaal naar binnen.

Mevrouw Marieke gaat ......... .......... .......... om op tijd op de school te komen. Zij is te laat uit bed gekomen.

Ik kijk soms ............ naar het werk wat ik heb gemaakt. Of ik alles wel goed heb gedaan.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: 

kritisch

het niet redden

massaal

het talent

alvast

Pauze

    Pauze 

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema film.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Toets - inhalen

Pauze

    Pauze 

Rekenen

• Werk zelfstandig in je rekenboek en op de laptop in ff leren rekenen.

Woordenspel thema film