Mijn Was

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Dienstverlening en zorgVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

- ken je de wassymbolen 
- kun je de was sorteren
- ken je de wasmiddelen die erbij horen



 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wassymbolen: staan in kleding.
Hoe je het moet wassen/behandelen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat betekend dit symbool?
A
strijken op 40 graden
B
met de hand wassen
C
wassen op 40 graden
D
wassen in een wastobbe

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend dit symbool?
A
De kleding mag niet gestreken worden
B
De kleding mag koud gestreken worden
C
De kleding mag heet gestreken worden
D
De kleding mag lauw gestreken worden

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend dit was symbool?
A
mag niet in de droger
B
mag niet in de wasmachine
C
niet chemisch reinigen
D
niet bleken

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 5 verschillende wassymbolen:
A
wassen, strijken, drogen, bleken en chemisch reinigen
B
Er bestaan geen wassymbolen
C
wassen, drogen, strijken, sorteren en controleren
D
wassen, sorteren, checken, controleren en vouwen.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wassen op anti-kreuk programma.
Warm strijken. 
Niet stomen. 
Bleken mag. 
Mag in de droger. 

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet je rekening mee houden als je de was gaat sorteren?

Slide 10 - Carte mentale

Je sorteert de was op de juiste manier, door te letten op:
de informatie op de samenstellings- en behandelingsetiketten: op welke temperatuur mag het gewassen worden en zijn er nog andere voorschriften;
de kleur van het wasgoed: sorteer op donker, bont, licht en wit; of op bont en wit.
Tijdens het sorteren controleer je het wasgoed:
haal de zakken leeg, losse munten of paperclips kunnen de wasmachine beschadigen;
sluit de ritsen om te voorkomen dat de rits ander wasgoed beschadigt;
draai gebreide truien, broeken en textiel van spijkerstof en ribfluweel binnenstebuiten, dan blijven ze langer mooi.
Denk bij het sorteren van wasgoed aan de volgende richtlijnen:
draag plastic (wegwerp)handschoenen;
werk het liefst staand of zittend en zet de wasmand op een kruk, zodat je niet hoeft te bukken.

Wat is een belangrijke hulpmiddel bij het sorteren van de was?
A
Sorteren
B
Onderscheid maken van de kleuren
C
Etiketten in het wasgoed
D
Geen van de bovenstaande

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Was sorteren is belangrijk voor het behoudt van het textiel
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De was sorteren
Welke hoort niet in het rijtje thuis
A
Bonte was
B
Donkere was
C
Temperatuur
D
Fijne was

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent de was aan het sorteren. Op welke stapel leg je deze blouse?
A
Witte was
B
Licht bonte was
C
Donkerbonte was
D
Fijne was

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

In de winkel kun je veel soorten wasmiddelen kopen.
Match de wasmiddelen uit de linker kolom met de wasprogramma's uit de rechterkolom.

donkerbont
handwas
fijne was
witte was
fijnwasmiddel
wasmiddel met bleekmiddel
wasmiddel zonder bleekmiddel
wolwasmiddel

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk wasmiddel is geschikt voor de volgende soorten textiel?
Zijden gekleurde blouse
A
inweekmiddel
B
fijnwasmiddel
C
wolwasmiddel
D
bontwasmiddel

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk soort wasmiddelen zitten extra bleekmiddel en witmiddelen
A
Bont wasmiddelen
B
Fijn wasmiddelen
C
Wit wasmiddelen
D
Totaal wasmiddelen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort wasmiddel hoort er niet bij?
A
Vloeibare wasmiddelen
B
Waspoeders
C
Totaalwasmiddelen
D
Wasverzachter

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We did it!!!!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions