Week 7 Dementie Ouder worden, begrijp je dat?

LWP ouder worden begrijp je dat? 
Les 7 Dementie





2024, VZ/VP
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

LWP ouder worden begrijp je dat? 
Les 7 Dementie





2024, VZ/VP

Slide 1 - Diapositive

psalm 37 of 90 The Lord is my Keeper

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Lesdoelen
  • Wat weet je over dementie?
  • TWIXX Dementie
  • Voorbespreken toets van volgende week
  • Lesverwerking

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Na deze ochtend:

  • Kun je de basiskennis van dementie in                                          eigen woorden uitleggen.
  • Kun je uitleggen hoe je omgaat met ouderen met dementie.
  • Kun je samenvatten wat je volgende week moet weten voor de toets.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ervaring heb jij met dementie?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij het woord dementie?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dementie?
  • Verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. 
  • Verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord. 
  • Beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor steeds verdere achteruitgang in het functioneren. 

De bekendste is de ziekte van Alzheimer. Daarna vasculaire dementie, frontotemporale dementie (FTD) en Lewy Body Dementie.




Slide 7 - Diapositive

Dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
De verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord.
Beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor iemand met dementie steeds verder achteruitgaat in functioneren.
De bekendste is de ziekte van Alzheimer. 

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat trof je in deze korte film?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk beeld komt bij jou tevoorschijn als je denkt aan dementie?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren
  1. Hoge bloeddruk
  2. overgewicht
  3. Alcohol
  4. Diabetes
  5. Roken
  6. Verhoogd cholesterol
  7. Ongezonde voeding
  8. Weinig beweging
  9. Weinig nieuwe dingen leren
  10. Weinig sociale contacten

Slide 11 - Diapositive

In Nederland hebben ruim 270.000 mensen dementie. Hiervan zijn ongeveer 12.000 mensen jonger zijn dan 65 jaar. Ieder uur krijgen vijf mensen in Nederland dementie.
 Het aantal mensen met dementie zal door vergrijzing in de toekomst explosief stijgen naar meer dan een half miljoen in 2040.
Van de mensen met de diagnose dementie heeft ongeveer 65 procent de ziekte van Alzheimer.
Ruim 8 procent van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie.
Ruim 25 procent van de mensen boven de 80 jaar heeft dementie.
Ruim 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.
De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt.
Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 
Symptomen dementie?
Mensen met dementie hebben een combinatie van symptomen:

Geheugenstoornissen 

Met één of meer cognitieve stoornissen:
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen

Gedragsproblemen




Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen
  1. Vergeetachtigheid
  2. Problemen dagelijkse handelingen
  3. Vergissingen tijd & plaats
  4. Taalproblemen
  5. Kwijtraken van spullen
  6. Slecht beoordelingsvermogen
  7. Terugtrekken uit sociale contacten
  8. Veranderingen in gedrag en karakter
  9. Onrust
  10. Problemen met zien

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekteverloop 4 fases
1. De bedreigde ik - beginnende dementie
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
3. De verborgen ik - ernstige dementie
4. De verzonken ik - ernstige dementie

Slide 15 - Diapositive

1. Bedreigde ik - beginnende dementie
vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar moeite met meer complexere taken, overzicht houden bijv financien, 

2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Steeds meer geheugenproblemen, leeft meer in het verleden, 'verdwaaldgevoel', verminderde belangstelling, motoriek gaat achteruit 

3. De verborgen ik - ernstige dementie
leeft in een innerlijke belevingswereld, neemt zelf geen initiatief meer tot contact. Er is nog wel contact mogelijk, herkent mensen niet meer, tijdsbesef is weg . Volledig afhankelijk.

4. De verzonken ik - ernstige dementie
Volledige afhankelijkheid, brabbelwoorden en klanken. Emoties zijn moeilijk waarneembaar.  
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)



De bedreigde ik
In deze fase wordt de cliënt geconfronteerd met het verlies van mogelijkheden als gevolg van cognitieve stoornissen, met name geheugen- en oriëntatiestoornissen.
  • probeer het gevoel van angst en onveiligheid te verminderen
  • doe een beroep op vaardigheden die niet achteruit zijn gegaan
  • informeer de cliënt over de concrete werkelijkheid om hem of haar heen (realiteitsoriëntatie)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De verdwaalde ik
In deze fase raakt de cliënt steeds meer gedesoriënteerd en verdwaalt in de wereld en het eigen verleden.
  • bied houvast
  • structureer de leefomgeving
  • sluit zo veel mogelijk aan bij de interesses en behoeften van de cliënt

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De verborgen ik
Langzamerhand verdwijnt de cliënt in de eigen innerlijke wereld en heeft geen tijdsbesef meer. Het contact met de omgeving gaat verloren.
  • sluit het aanbod aan op zintuiglijke behoeften (warmte, rust, prettige sfeer) en beleving (warm/koud, honger/dorst, pijn) van de cliënt
  • creëer een rustige, prikkelarme leefomgeving

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De verzonken ik
In deze fase gaat het besef van zichzelf en de leefomgeving helemaal verloren. Er is nauwelijks nog sprake van zichtbare emoties. De beleving van de dingen is grotendeel zintuiglijk en communicatie is niet meer mogelijk.
  • speel in op de lichamelijke behoeften
  • maak lichamelijk contact (koesteren)
  • praat zachtjes en rustig, de woorden zijn niet belangrijk
  • bied prettige, zintuiglijke prikkels

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
De verborgen ik 
De verzonken ik
De verdwaalde ik
De bedreigde ik

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn veel vormen van Dementie:

Werk in groepjes, op een flap, de volgende vormen uit:
  1. Alzheimer
  2. Frontotemporale dementie
  3. Vasculaire dementie
  4. Lewy body dementie                                                                              Kijk hiervoor op de site dementie.nl

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek op:
-Wat is het?
-Welke symptomen kan je vinden?
-op deze site kan je ook heel veel tips vinden hoe je met mensen met dementie om kan gaan..
-zoek 5 tips op bij de omgang met dementie, die je graag met het andere groepje/de klas wil delen?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitkomsten delen:
Bespreek met een ander groepje elkaars flappen.

Wat hebben jullie als overeenkomsten gevonden?
En zijn er ook verschillen?



Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alzheimer
  • Komt het meeste voor (70%)
  • Symptomen: Geheugenstoornissen, moeite met alledaagse handelingen, veranderingen in karakter en gedrag, problemen met taal
  • Gemiddelde levensverwachting 6,5 jaar

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frontotemporale dementie
  • Komt vaak voor op jongere leeftijd (40-60 jaar)
  • Veranderingen in gedrag, taal en spraak vallen op'
  • Ontstaat doordat hersencellen in de frontaalkwab (gedrag) en temporaalkwab (taalgebied) afsterven
  • Geheugenproblemen komen in een later stadium
  • 3 varianten: gedrags-, taal- en bewegingsvariant (in de laatste fase van dementie geen verschil meer tussen de varianten
  • Verloop van deze ziekte is wisselend per persoon (gemiddeld 6-8 jaar)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lewy body dementie
  • Schommelingen in geestelijke achteruitgang (verschilt per dag)
  • Verschijnselen van Parkinson
  • In het begin nog geen verschijnselen van geheugenproblemen of moeite met uitvoeren van handelingen
  • Visuele hallucinaties , maar erg gevoelig voor bijwerkingen van medicatie hiervoor
  • Regelmatig verward
  • Vaak last van depressiviteit en/of wanen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vasculaire dementie:
  • Dit wordt veroorzaakt door een storing in de bloedvoorziening in de hersenen. Onderliggende hart- en vaatziektes spelen hier een rol. 
  • De ziekte verslechterd maar gaat meer 
       stapsgewijs.
  • Komt vaker bij mannen dan vrouwen voor.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hersenfunctie gaat bij dementie als eerst achteruit?
A
Het korte termijngeheugen
B
Het lange termijn geheugen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verloop dementie
  • Leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. 
  • Diagnose wordt gemiddeld na 14 maanden gesteld. Bij jonge mensen duurt dit > vier jaar. 
  • Aantal klachten en de ernst ervan neemt toe. 
  • Progressieve ziekte.


Slide 29 - Diapositive

Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte.
De diagnose wordt gemiddeld na 14 maanden gesteld. Bij jonge mensen is dit meer dan vier jaar.
Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst ervan toe.
Progressieve ziekte: Er is geen genezing mogelijk voor dementie. Uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie.  
Het verloop van dementie is progressief. Wat betekent dit?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1: Hoelang kunnen mensen met de ziekte, alzheimer, leven?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 2: wat is een voorbeeld van apraxie?

A
Niet meer weten hoe je moet lopen
B
Verlies van zindelijkheid
C
Vergeten hoe de koffie gezet moet worden
D
Het constante gebruik van scheldwoorden tijdens het communiceren

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3: wat is een voorbeeld een afasie?
A
Hakkelen tijdens het vertellen van een verhaal
B
Agressief taalgebruik tijdens het communiceren
C
Termen uit andere, vroeger geleerde talen door de zinnen verwerken

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4: Wat is een voorbeeld van agnosie?
A
Het niet meer herkennen van eigen kinderen
B
Niet meer goed kunnen lopen
C
Het proces van de ogen, waardoor je langzaam blind wordt

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn onze doelen behaald?

  • Kan ik de basiskennis van dementie in                                          eigen woorden uitleggen?
  • Kan ik uitleggen hoe ik omga met ouderen met dementie.
  • Kan ik samenvatten wat ik volgende week moet weten voor de toets?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Expertcollege;
Maak de e-learning via Expertcollege:
e-Xpert mbo: Pathologie - Dementie (deze is zowel voor VZ als VP aanwezig)

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen over deze les?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbereiding toets
Volgende week is de toets over deze LWP
Alle onderwerpen uit deze LWP komen aan bod, zie volgende dia's wat je moet weten

Bij onvoldoende: reflectieverslag maken 
 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Multimorbiditeit
  • Wanneer spreek je hiervan?
  • Wat is polyfarmacie?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes
  • Wat is diabetes en wat zijn de symptomen?
  • Welke klachten horen bij een hyper- en hypoglykemie?
  • Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn er belangrijk bij een zorgvrager met diabetes?

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartfalen
  • Wat is dit en wat zijn de symptomen?
  • Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn er bij     hartfalen?
  • Hoe kun je hartfalen voorkomen? 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

COPD
  • Wat betekent dit?
  • Wat zijn de symptomen?
  • Wat zijn de oorzaken?
  • Wat is belangrijk bij COPD?

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CVA
  • Wat is het en welke 3 soorten zijn er?
  • Hoe ontstaat het?
  • Hoe behandel je het en met welke medicatie?
  • Wat zijn de symptomen? 
  • FAST test

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie

  • Wat zijn symptomen van dementie?
  • Welke 4 fasen kennen we?
  • Wat betekenen begrippen zoals afasie, apraxie, agnosie?

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd voor je laatste reflectie!

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions