Economisch bekeken - H4.5 Vreemde valuta / H4.6 De euzone (K) en H4.4 De eurozone (B)




4.5 Vreemd geld (K) / 4.6 De eurozone (K)
4.4 De eurozone (B)



1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon




4.5 Vreemd geld (K) / 4.6 De eurozone (K)
4.4 De eurozone (B)



Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Gatentekst
Een  1) _______ is als bedrijven samen afspreken niet te goedkoop te verkopen om meer geld te verdienen. 2) _______ betekent dat landen makkelijk spullen aan elkaar kunnen verkopen zonder moeilijke regels. Een 3) _______ land doet bijna niet mee met kopen of verkopen van spullen met andere landen, maar een land met een 4) _______ doet dit juist veel. Als een land spullen naar een ander land verkoopt, heet dat
5) _______
. Als een land spullen koopt van een ander land, noemen we dat 6) _______. De 7) _______ laat zien of een land genoeg verkoopt om te betalen voor wat het koopt. Op de 8) _______ staat een overzicht van betalingen aan en uit het buitenland.
Vul in in de tekst!
  • Open economie
  • Vrijhandel
  • Kartel
  • Betalingsbewijs
  • Gesloten
     economie
  • Import
  • Export
  • Dekkingsgraad

Slide 3 - Diapositive

Gatentekst
Een KARTEL is als bedrijven samen afspreken niet te goedkoop te verkopen om meer geld te verdienen. VRIJHANDEL betekent dat landen makkelijk spullen aan elkaar kunnen verkopen zonder moeilijke regels. Een land met een GESLOTEN ECONOMIE doet bijna niet mee met kopen of verkopen van spullen met andere landen, maar een land met een OPEN ECONOMIE land doet dit juist veel. Als een land spullen naar een ander land verkoopt, heet dat EXPORT. Als een land spullen koopt van een ander land, noemen we dat
IMPORT. De DEKKINGSGRAAD laat zien of een land genoeg verkoopt om te betalen voor wat het koopt. Op de BETALINGSBALANS staat een overzicht van betalingen aan en uit het buitenland.

Slide 4 - Diapositive




4.5 Vreemd geld / 4.6 De eurozone (K) 
4.4 De eurozone (B)



Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat het begrip de Europese Monetaire Unie (EMU) is betekent.
  • uitleggen wat de begrippen wisselkoers en transactiekosten beteken.
  • de voor- en nadelen van de eurozone benoemen.
  • uitleggen wat de invloed is van vreemd geld op de internationale handel
     en er berekeningen mee maken.
Wat gaan we leren?

Slide 7 - Diapositive

Europese Unie vs Europese Monetaire Unie (EMU)
Wat is volgens jou het verschil?

Slide 8 - Diapositive

EMU
  • Europese Monetaire Unie
     (EMU)
    zijn landen die lid zijn
      van de Europese Unie die
      allemaal betalen met de
      Euro. 
  • Het wordt daarom ook wel
      de eurozone genoemd.

Europese Monetaire Unie (EMU)

Slide 9 - Diapositive

EMU
  • Geld wisselen is niet nodig binnen de EMU,
      dus er zijn geen extra kosten en
      wisselkoersrisico's.
  • Prijzen van goederen of diensten
      vergelijken is makkelijker.
  • Het is goedkoper om met elkaar zaken te
      doen, want er zijn geen kosten voor
      wisselen van geld.
  • De werkgelegenheid in de eurozone wordt
      groter.
Wat zijn de voordelen van de euro?

Slide 10 - Diapositive

  • De eurolanden moeten goed
      samenwerken op het gebied van
      economie, omdat ze dezelfde
      munt hebben.
  • De eurolanden moeten zich
      houden aan de afspraken van de
      EMU en willen daarom geen grote
      staatsschuld of grote tekorten.
Wat zijn de nadelen van de euro?

Slide 11 - Diapositive

Wat doet de Europese Centrale Bank?
  • De waarde van de euro bewaken
  • Inflatie bestrijden door rente te
      verhogen
  • Samen met nationale banken
      zorgen voor een goed en soepel
      betalingsverkeer in de eurozone.
De Europese Centrale Bank (ECB)

Slide 12 - Diapositive

  • Dan heb je te maken met
     Vreemde valuta,
    ander geld dan
     de euro, namelijk Poolse złoty.
  • Vraag: Hoe komen we daar aan?
  • Euro's wisselen in Nederland,
      wisselen in Polen of geld
      opnemen met creditcard of
      betaalpas.
  • Je kan natuurlijk ook pinnen.
Wat nou als we iets willen kopen in Polen?

Slide 13 - Diapositive

  • Wisselkoers is de prijs van
      één buitenlandse valuta in
      euro.
  • Voorbeeld: Voor 1 Poolse złoty
      betaal je € 0,23 in februari 2024.
  • € 0,23 is dus de wisselkoers.
  • Soms zijn er ook extra kosten,
      zoals transactiekosten.

Wisselkoers

Slide 14 - Diapositive

  • Transactiekosten zijn de kosten die een bank in rekening brengt voor de transactie, zoals geld wisselen van euro naar buitenlands geld.
Transactiekosten

Slide 15 - Diapositive

  • Hierdoor stijgen de importprijzen.
  • Consumenten moeten meer betalen voor
      import uit Polen (inflatie).
  • Hierdoor daalt de import uit polen.
  • Daardoor dalen de exportprijzen in polen.
  • Daardoor stijgt de export.
  • Daardoor neemt de werkgelegenheid toe.

  • Als de wisselkoers daalt gebeurd het tegenovergestelde.
Wat gebeurt er als de wisselkoers van vreemd geld stijgt?
Je zag net dat de wisselkoers van 1 Poolse złoty € 0,23 is. Wat nou als dit volgende maand € 0,25 is?

Slide 16 - Diapositive

  1. Hoeveel euro moet ik betalen voor 5000 rand?
  2. Na mijn reis in Japan heb ik nog 10.000 yen over. Hoeveel euro krijg ik daarvoor?
  3. Ik wil 500 euro wisselen voor AUD. Hoeveel AUD krijg ik?
  4. Ik wil voor 100 euro dong's kopen. Hoeveel krijg ik er?
Reken uit!

Slide 17 - Diapositive

VRAGEN?

Slide 18 - Diapositive

OPDRACHTEN
  • Basis: Maak opgaven 1 t/m 30 op bladzijde 20 t/m
     22 van werkboek 4B! 
     Kader: Maak de opgaven van paragraaf 5 en 6 op
     bladzijde 24 t/m 31 van werkboek 4B!
  • Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!






timer
7:00
Rood = Zelfstandig en stil werken. 
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten

Slide 19 - Diapositive

EXAMENOPGAVE
timer
3:00

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:
  • Basis: Maak opgaven 1 t/m 30 op bladzijde
     20 t/m 22 van werkboek 4B!
  • Kader: Maak de opgaven van paragraaf 5
      en 6 op bladzijde 24 t/m 31 van werkboek
      4B!

Huiswerk

Slide 21 - Diapositive

Bedankt en fijne dag!

Slide 22 - Diapositive