Betekenis afleiden uit het woord

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2

Slide 1 - Diapositive

Planning

- Testje
- Theorie
- Maken opdrachten 1.2

Slide 2 - Diapositive

Waarom leren wij dit?

Slide 3 - Diapositive

Oefenen
De score geeft een indicatie van het referentieniveau!

Minder dan 68% =1F
68% - 82% = 2F 
83% - 93% = 3F 
94% - 100% = 4F 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Op welk niveau zit je volgens de test?
A
1F
B
2F
C
3F

Slide 6 - Quiz

Theorie
Je kunt de betekenis van een moeilijk of onbekend woord soms raden door goed te kijken:

- Is het woord samengesteld?
-Staan er voor- en/of achtervoegsels bij een woord dat je kent?
- Lijkt het onbekende woord op een woord dat je wel kent?

Slide 7 - Diapositive

Theorie
Je kunt de betekenis van een moeilijk of onbekend woord soms raden door goed te kijken:

- Is het woord samengesteld?
-Staan er voor- en/of achtervoegsels bij een woord dat je kent?
- Lijkt het onbekende woord op een woord dat je wel kent?

Slide 8 - Diapositive

Samengesteld uit meerdere woorden?
Gebiedsverbod
Massacommunicatie

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent gebiedsverbod?
A
Een deel van een stad of land wordt gesloten.
B
In een deel van een stad niet mogen komen
C
Iemand mag niet meer bieden op Marktplaats
D
-

Slide 10 - Quiz

Voor- en/of achtervoegsels
multi = veel
functioneel = bruikbaar
multifunctioneel = iets is op vele manieren te gebruiken

Gebruiken = met iets omgaan zodat je er wat aan hebt 
Her- = opnieuw

Slide 11 - Diapositive

Wat betekent hergebruiken?
A
Vreemde gebruiken van andere culturen.
B
Iets opnieuw nuttig inzetten.
C
Iets van iemand lenen.
D
Voor een tweede keer iets ruiken.

Slide 12 - Quiz

Lijkt het op een bekend woord?
Problematisch
Praktisch
Ritmisch
Personage

Slide 13 - Diapositive

Maken
Boek A
Woordenschat 1.2
Opdracht 1 tot en met 5.

Slide 14 - Diapositive