§5.6 Bruto en netto

 §5.6 Van bruto naar netto!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 §5.6 Van bruto naar netto!

Slide 1 - Diapositive

Planning
Leerdoelen                                              3 min
Uitleg met opdrachten + filmpjes           15 min
Opdracht 10 §5.6 maken                       10 min
Bespreken opdracht                                5 min
Leerdoelen checken!                               5 min


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verschil tussen bruto- en nettoloon is. 

- Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe belastingaangiftes en teruggaves werken. 

- Aan het einde van de les kun je het verschil tussen bruto- en nettoloon berekenen. 

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Bruto- en nettoloon






Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 6 - Diapositive

Werkgever houdt in op brutoloon
  • Loonheffing: inkomstenbelasting en premies voor de volksverzekeringen

  • sociale premies: voor werknemersverzekering (WW), zorgverzekering en pensioen.

Slide 7 - Diapositive

 
Brutoloon
- Loonheffing (= loonbelasting + premies volksverzekeringen)
- Premies werknemersverzekeringen
----------------------------------------------------------------------------------
Nettoloon



De loonheffing is een 
voorheffing van de belastingsdienst! 

Slide 8 - Diapositive

Loonheffing
Hoe hoger het loon , hoe hoger de loonheffing in procenten van het loon.

Bij een laag jaarloon wil de overheid geen loonheffing.

Slide 9 - Diapositive

Progressief belastingtarief
Hoe hoger je inkomen is, hoe groter het PERCENTAGE is dat je aan loonheffing betaalt. 

Je betaalt dus niet alleen 
meer belasting, het 
percentage is hoger.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld loonstrook

Slide 11 - Diapositive

€ ............
€ 400,-
€ 1200,-
€ 3.500,-
Brutoloon
Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)

Slide 12 - Diapositive

Jaaropgave
Overzicht met daarop het loon en de ingehouden loonheffing in een jaar.

Na het einde van elk kalenderjaar krijgen werknemers en mensen met een uitkering een jaaropgave.

Slide 13 - Diapositive

Duss..
Je werkgever betaalt elke maand alvast de loonheffing aan de belastingdienst.


Als je werkgever teveel loonheffing heeft ingehouden. Kan je dit terugvragen via de belastingdienst. Dit doe je met je jaaropgave via het aangifteprogramma van de belastingdienst.
Geld
belastingdienst

Slide 14 - Diapositive

Ondernemers
  • Inkomstenbelasting (belasting die ze betalen over hun inkomen)
  • Premie volksverzekeringen ( sociale verzekering die geldt voor gehele bevolking)

betalen ze over de nettowinst van hun bedrijf.

Slide 15 - Diapositive

§5.6, Opdracht 10 A + B
Je gaat individueel/samen aan de slag.

Je gaat eerst goed lezen voordat je vragen stelt.

Je mag met elkaar overleggen, maar alleen fluisteren.
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Uitwerking opdracht 10
Welke heffingen betaalt Gerrit zelf?

AOW = 17,9%
Anw = 0,6%
Wlz = 12,65%

Totaal: 31,15%


Slide 17 - Diapositive

Uitwerking opdracht 10
€ 1.077,05 : 100 = € 10,77 (1%)

€ 10,77 x 31,15% = € 335,50

€ 335,50 + € 65 (loonbelasting) = € 400,50

Slide 18 - Diapositive

400,50
720,55

Slide 19 - Diapositive

Raoul verdient €1.360 bruto per maand. Hij moet €96 aan loonheffing en €87,04 aan sociale premies betalen.

Wat verdient Raoul netto per maand?

Slide 20 - Question ouverte

Leerdoelen
- Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verschil tussen bruto- en nettoloon is. 

- Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe belastingaangiftes en teruggaves werken. 

- Aan het einde van de les kun je het verschil tussen bruto- en nettoloon berekenen. 

Slide 21 - Diapositive