VF 19-02-2024

Grammatica woordsoorten
*persoonlijk voornaamwoord
* bezittelijk voornaamwoord
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatica woordsoorten
*persoonlijk voornaamwoord
* bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

Grammatica woordsoorten : 


- Je weet wat een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord is.


- Je kunt het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord in een zin benoemen:
 
     

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

De tandarts is vandaag afwezig,  want                 is ziek.                 
Nina vindt John leuk. Ze is verliefd op 
Wanneer gaan                     verhuizen?
Hoeveel boterhammen eet                   per dag? 
hij
je
ik
hem
zij

Slide 7 - Question de remorquage

Welke pers vnw?
Jullie moeten hem deze vraag stellen.

Slide 8 - Question ouverte

Welke pers vnw?
Kunt u me morgen naar de bioscoop brengen?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Welke bez. vnw?
Mijn telefoon is zoek.

Slide 14 - Question ouverte

Welke bez. vnw?
Heb jij mijn tas meegenomen ?

Slide 15 - Question ouverte

Welke bez. vnw?
Smaakt jouw kroket ook zo vies?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Komen jullie ook naar de kampioenswedstrijd kijken?

'jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 19 - Quiz

Jullie paspoorten zijn niet meer geldig.

'Jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 20 - Quiz

Deze glutenvrije spaghetti is speciaal voor mij gemaakt.

'mij' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 21 - Quiz