SV les 1 leerstijlen

• Studielessen
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

leerstijlen & leercirkel

Inhoud

• Leerstijlen
• leercirkel

Geheugenpaleis

Kiwi

Bloemkool

Kipkluif

Kaas

Bolletje

Hagelslag

Lamp

Batterijen

Leren leren

Leerstijlen

Leerstijlen van Kolb

1. de doener
2. de dromer
3. de denker
4. de beslisser 

Ik ben een ...

1. doener
2. dromer
3. denker
4. beslisser

Leerstijlentest Kolb

ga naar 123test.nl/leerstijl

Ik ben een ...

1. doener
2. dromer
3. denker
4. beslisser

Kenmerken en leervoorkeuren

De doener > leert het liefst door te experimenteren en te ervaren. Lekker dingen uitproberen. Hij is praktisch ingesteld.

De doener wil persoonlijke ervaringen opdoen, experimenteren. Hij is iemand die zal zeggen: ‘Laten we gewoon beginnen, dan zien we vanzelf hoe het gaat.’

Kenmerken en leervoorkeuren

De dromer > bekijkt iets graag vanuit verschillende invalshoeken. Hij kan daardoor met veel oplossingen komen.

 

De bezinner richt zich vooral op het ‘waarom’ van iets. Hij kijkt terug op de ervaring, denkt erover na. Deze persoon zal eerder iemand anders om advies vragen om iets te kunnen vergelijken en te vragen: ‘Hoe doe jij dat nou?’

Kenmerken en leervoorkeuren

De beslisser > plant zijn taken graag en zoekt naar de oplossing. Hij brengt structuur aan.

De beslisser denkt: ‘Hoe kan ik dit toepassen in de praktijk?’ Deze persoon kiest het beste uit datgene wat er al is om mee verder te gaan.

Kenmerken en leervoorkeuren

De denker > zoekt naar de logica. Kan goed redeneren en zoekt naar algemeen geldende regels. Wil de regels vervolgens graag testen in de praktijk.

De denker is iemand die zich afvraagt: ‘Wat is er precies aan de hand?’ Hij is iemand die eerst heel veel informatie verzamelt en leest, om pas daarna een beslissing te nemen.

Herken je jouw leerstijl-uitkomst?

Geef bij voorbeelden waarom je het wel of niet herkent

(bijv. als je het hoogst scoort op 'denker': vind je het leuk om dingen uit te zoeken, theorie te leren?)

Bij welke leervoorkeur hoort:
Planningen maken

1. Doener
2. Denker
3. Beslisser
4. Dromer

Bij welke leervoorkeur hoort:
gewoon aan de slag

1. Doener
2. Denker
3. Beslisser
4. Dromer

Bij welke leervoorkeur hoort:
kijken hoe anderen het doen

1. Doener
2. Denker
3. Beslisser
4. Dromer

Bij welke leervoorkeur hoort:
Vergelijken van meningen

1. Doener
2. Denker
3. Beslisser
4. Dromer

Leren begint volgens hem bij het opdoen van ervaringen

(fase 1). Over deze ervaringen denk je na: je reflecteert erop (fase 2).

Hoewel iedereen een voorkeursstijl heeft, is het belangrijk om alle fasen van het leerproces te doorlopen. Dan leer je het meest. Kolb vindt het daarom belangrijk dat je extra aandacht besteedt aan de leeractiviteiten waarin je je minder goed thuis voelt.

Casus verschillende leerstijlen

Studenten Marja, Pieter, Clara en Stefanie hebben de leerstijlentest gedaan. Ze blijken verschillende leerstijlen te hebben:

- Marja is een denker

- Pieter is een doener

- Clara is een bezinner

- Stefanie is een beslisser

Hun begeleider vindt het interessant om een experiment te doen, zodat voor de studenten duidelijk wordt hoe hun leerstijl in de praktijk werkt. De begeleider geeft hun de opdracht om te leren hoe ze een zorgvrager van de rolstoel naar het bed moeten verplaatsen.

Marja en Pieter gaan samenwerken. Hoe denk je dat die samenwerking gaat? 

Clara en Stefanie gaan ook samenwerken. Hoe kunnen deze twee studenten elkaar versterken in het leren?

1.  Bijvoorbeeld: Ik denk dat er botsingen ontstaan bij de samenwerking, doordat Pieter (de doener) meteen aan de slag wil, terwijl Marja (de denker) zich eerst wil inlezen in het onderwerp.

 

2.  Bijvoorbeeld: Clara (de bezinner) en Stefanie (de beslisser) kunnen elkaar versterken, doordat Clara nadenkt over de vaardigheid en het waarom van het verplaatsen van de zorgvrager, terwijl Stefanie de knoop zal doorhakken over de aanpak.

Hoe kan Pieter zijn manier van leren over het verplaatsen van de zorgvrager optimaliseren?

Hoe kan Clara haar manier van leren over het verplaatsen van de zorgvrager optimaliseren?

1. Pieter kan zijn manier van leren over het verplaatsen van een zorgvrager optimaliseren door meer kennis op te nemen (door theorie te lezen).

 

2. Clara kan haar manier van leren over het verplaatsen van een zorgvrager optimaliseren door mee te kijken met iemand die een zorgvrager van de rolstoel naar het bed verplaatst (of te assisteren).

Opdracht

Wanneer heb jij iets geleerd door ervaring op te doen? Beschrijf jouw leercirkel aan de hand van de vier fasen, dus wat deed je per fase?

Schrijf de leerstijl op waar jij het hoogst op scoorde. Als je start bij deze fase in de leercirkel, wat kan jij dan (voortaan) doen om alle vier de fasen van de cirkel te doorlopen? 

Welke boodschappen weet je nog van het lijstje eerder in de les

Schrijf ze op.

Opdracht

HZW + VIG : lever de opdracht in via MS Teams 

VIG: óók test je kennis Zorgpad communicatie 2.3