Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Les 1
tekstsoorten en tekstdoelen
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we leren?
Je weet :
wat tekstdoelen zijn en deze benoemen
wat tekstsoorten zijn en deze benoemen
Slide 2 - Diapositive
Waar denk je aan bij het examen lezen?
Slide 3 - Carte mentale
Wat houdt volgens jou een tekstdoel in?
Slide 4 - Question ouverte
Als je denkt aan tekstsoorten, wat wordt daar volgens jou mee bedoeld?
Slide 5 - Question ouverte
Tekstdoelen
Je leest elke dag: de ondertiteling van een film, reclameborden, de krant enz.
De manier van lezen verschilt per keer, omdat het doel steeds anders is.
De manier van lezen hangt af van je doel.
Slide 6 - Diapositive
Welke tekstdoelen ken je?
Slide 7 - Question ouverte
Verschillende tekstdoelen
informeren: je geeft informatie, met name feiten (nieuwsbericht)
activeren: de lezer moet iets doen/kopen/lid worden (advertentie)
overtuigen: je geeft je mening over iets (klachtenbrief)
amuseren: je wilt de lezer vermaken (verhaal, gedicht)
instrueren: je geeft een stap-voor-stap uitleg (recept, handleiding)
Slide 8 - Diapositive
Bekijk de afbeelding
Slide 9 - Diapositive
Wat is het doel van deze tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 10 - Quiz
Wat is dit voor een soort tekst?
A
nieuwsbericht
B
handleiding
C
artikel
D
recept
Slide 11 - Quiz
Lees deze tekst
Slide 12 - Diapositive
Wat is dit voor een soort tekst?
A
artikel
B
cartoon
C
recept
D
advertentie
Slide 13 - Quiz
Wat is het doel van een advertentie?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
activeren
Slide 14 - Quiz
Tekstsoorten
tekstdoel
Uitleg
Tekstsoort
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven. Dit zijn vooral feiten
Nieuwsbericht, artikel, informatiefolder
Instrueren
De schrijver legt uit hoe je iets moet doen. Vaak door stapjes
Recept, handleiding
Overtuigen
De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening door bijv. argumenten
Klachtenbrief
Activeren
De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen
Advertentie
Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken
Gedicht, verhaal, boek
Slide 15 - Diapositive
Zilverkleurige auto’s zijn veel minder vaak betrokken bij ernstige ongelukken dan auto’s met een andere kleur. Dat blijkt uit een onderzoek van Australische wetenschappers, waarvan het resultaat vrijdag bekend is gemaakt.
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Slide 16 - Question ouverte
Welk doel heeft de schrijver met deze tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren
Slide 17 - Quiz
Waar verwijst het woord 'waarvan' naar? Zilverkleurige auto’s zijn veel minder vaak betrokken bij ernstige ongelukken dan auto’s met een andere kleur. Dat blijkt uit een onderzoek van Australische wetenschappers, waarvan het resultaat vrijdag bekend is gemaakt.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 20 - Quiz
Wat is de tekstsoort?
Slide 21 - Question ouverte
Wat is nog onduidelijk en moet nog behandeld worden?