Schroefmachine

• Techniek
• Voortgezet speciaal onderwijs

Schroefmachine

Les: Veilig werken met een schroefmachine.

Doel: Aan het eind van deze les weet jij hoe je een schroefmachine moet gebruiken.

Verkenning: Wat weet je al over een schroefmachine?

Instructie: Klassikaal bespreken.

Oefening: Werkstuk maken.

Evaluatie: Hoe ging het?

Wat weet jij al van de schroefmachine?

Schroeven en boren zijn twee verschillende werkzaamheden, voor het schroeven gebruik je een laag toerental, nummer 1 (meer kracht) en bij het boren gebruik een hoog toerental, nummer 2 (minder kracht). 

Bij het boren komt het regelmatig voor dat je verschillende boortjes (type boortjes) nodig hebt. Om het verwisselen van deze boortjes te versnellen kent de accuboormachine een boorkop/snelkoppeling. Deze kop is draaibaar en past zich aan aan de dikte van het boortje.

Bij de boorkop bevind zich ook de slipkoppeling. Deze zorgt ervoor dat de accuboormachine stopt met draaien bij te veel weerstand. Hierdoor loopt de boor minder snel vast en voorkom je dat de schroef word dolgedraaid. De gevoeligheid van deze slipkoppeling is in te stellen door te draaien aan de slipkoppeling. 

 Als je een gat in metaal wilt boren, heb je hier een goede metaalboor voor nodig. Bij deze boor is een scherpe punt aangebracht, waarmee de benodigde kracht verkregen wordt. Met een ander soort boor ga je echt niet door metaal heen komen.

De houtboor, voorzien van een scherpe punt, alleen te gebruiken voor hout.

De speedboor is bedoeld om grote gaten te boren, voornamelijk voor (minder harde) houtsoorten.

De steenboor, kent een bot einde en is voorzien van een metalen plaatje, voornamelijk te gebruiken voor bakstenen. De betonboor, kent ook een bot einde en is hoger van kwaliteit van de steenboor, deze is te gebruiken bij het boren in tegels en bak- of natuurstenen.

Wanneer je in steen of beton moet boren heb je een klopboormachine nodig. Deze heeft een hamerstand op de machine en trilt langzaam de boor verder de muur/steen in. Met een schroefmachine lukt dit niet.

Een steenboor kan ik gebruiken in de schroefmachine.

1. Waar
2. Niet waar

De boorkop kan zich niet aanpassen aan de dikte van de boor.

1. Waar
2. Niet waar

De speedboor is geschikt om grotere gaten te boren in zacht hout.

1. Waar
2. Niet waar

De slipkoppeling zorgt ervoor dat de schroef niet doldraait.

1. Waar
2. Niet waar

• We pakken de schroefmachine erbij en kijken hoe dit werkt.
• We proberen de verschillende standen uit.
• We bekijken de verschillende boortjes. 

Evaluatie

• Heb ik mijn doel bereikt?: Weet ik hoe ik een schroefmachine veilig moet gebruiken?
• Ik weet: Hoe ik de schroefmachine instel en welke boortjes ik gebruik bij verschillende materialen.
• Ik kan: Boortjes verwisselen en gaten op een veilige manier boren.