toets cellen

toets cellen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

toets cellen

Slide 1 - Diapositive

Zetmeelkorrels zijn een voorbeeld van...
A
Plantaardige cellen
B
Fotosynthetische cellen
C
Plastiden
D
Organellen

Slide 2 - Quiz

Wat doen zetmeelkorrels?
A
Ze geven zetmeel weg
B
Ze helpen bij fotosynthese
C
Ze slaan zetmeel op
D
Ze slaan glucose op

Slide 3 - Quiz

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.
Welk plastide was er eerst, en ik welke plastide veranderde deze?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 4 - Quiz

Wat is geen plastide?
A
Bladgroenkorrels
B
Kleurstofkorrels
C
Suikerkorrels
D
Zetmeelkorrels

Slide 5 - Quiz

Deze plastiden maken zuurstof:
A
zetmeelkorrels
B
bladgroenkorrels
C
huidmondjes
D
kleurstofkorrels

Slide 6 - Quiz

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
En zijn in cel B plastiden aanwezig?
A
je, in beide cellen
B
alleen in cel A zijn plastiden aanwezig
C
alleen in cel B zijn plastiden aanwezig
D
nee, in cel A en B zijn beide geen plastiden aanwezig

Slide 7 - Quiz

Wat is een vacuole bij een plantaardige cel?
A
Een stevige rand om de cel
B
De buitenste rand van het celplasma
C
Een blaasje gevuld met vocht
D
De groene kleur van een plant

Slide 8 - Quiz

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 9 - Quiz

Wat heeft een plantaardige cel wat de andere cellen niet hebben?
A
celwand
B
celkern
C
bladgroenkorrel
D
celmembraan

Slide 10 - Quiz

Een dierlijke cel heeft een vacuole?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Waar herken je een plantaardige cel aan?
A
geen celwand
B
wel celwand
C
wel bladgroenkorrels

Slide 12 - Quiz

Wat heeft een dierlijke cel?
A
bladgroenkorrels
B
celmembraan
C
celwand
D
vacuole

Slide 13 - Quiz

een plantaardige cel heeft een celwand
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz


Wat drijft er in het celplasma van een plantaardige cel
A
de celkern en bladgroenkorrels
B
alleen de celkern
C
alleen bladgroenkorrels
D
de celkern en bladgroenkorrels en de celwand

Slide 15 - Quiz


Is dit een plantaardige cel of een dierlijke cel?

A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 16 - Quiz

Is dit een dierlijke of een plantaardige cel?
A
Dierlijke
B
Plantaardige

Slide 17 - Quiz

vacuole
celwand
bladgroenkorrel
mitochondrium
celmembraan
cytoplasma
celkern
plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 18 - Question de remorquage

Celmembraan
Celkern
Kernplasma
Kernmembraan
Cytoplasma

Slide 19 - Question de remorquage

plantaardige cel
celwand
vacuole
kern
bladgroenkorrel
cytoplasma
kernmembraan
celmembraan
vacuolemembraan
intercellulaire ruimte

Slide 20 - Question de remorquage

Benoem de onderdelen. 
cytoplasma
kernplasma
kernmembraan
celmembraan

Slide 21 - Question de remorquage

Sleep de onderdelen van de plantaardige cel naar de goede plek. 
vacuole
celwand
cytoplasma
celmembraan
bladgroenkorrel

Slide 22 - Question de remorquage

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
cytoplasma
regelcentrum van de cel
celmembraan
vliesje om kern
vocht in kern
bladgroenkorrels, zetmeelkorrels of kleurstofkorrels
vacuole
buitenste randje cel
kernplasma
vocht en opgeloste stoffen
kernmembraan
celkern
celwand
stevig materiaal om cel heen
plastide
grote blaas gevuld met vocht

Slide 23 - Question de remorquage

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Plastiden
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Zetmeelkorrels
Celkern

Slide 24 - Question de remorquage