ACTIVITEIT 2 OP REIS DOOR DE TIJD

• Wo
• Lager onderwijs

Tijd kan je meten.
Welke meetinstrumenten kennen jullie?

ACTIVITEIT 2 

OP REIS DOOR DE TIJD

activiteit 2

Op reis door de tijd

• verschillende aanduidingen van tijd juist gebruiken: trimester, semester, eeuw, millennium

• een eeuwenband juist lezen;

• jaartallen in de juiste eeuw op de

eeuwenband zetten;

• zeggen met welke jaartallen een eeuw
  

begint en eindigt.

Verdeel de klas in twee groepen. De leerlingen van de eerste groep zitten

een minuut stil, de leerlingen van de tweede groep krijgen elk een

bladzijde uit de krant en duiden daarop zo veel mogelijk korte woorden of

getallen aan (in, het, zei, 5 …).

Zet een timer op één minuut, zodra de leerlingen starten.

De leerlingen steken hun hand op als ze denken dat de minuut voorbij is

Hoe wist je dat de minuut om was? 

Hoe wist je dat de minuut om was? 

Wat is het verschil tussen een minuut stilzitten en een minuut bezig zijn?

(bijlage 1: gelamineerde kaartjes)

Elke lln. krijgt een kaartje. Daag de

leerlingen uit om zo snel en stil mogelijk in een rij te gaan staan van

kortste naar langste tijd.

Hoe hebben ze vroeger tijd gemeten?

Vroeger keken ze naar het ritme van de natuur: de afwisseling van dag en nacht,

de cyclus van de maan en de opeen-volging van de seizoenen. Daarna

vonden ze verschillende meet-instrumenten uit.

Rangschik de meetinstrumenten van oud naar nieuw.

1

2

3

4

5

6

7

We kunnen de tijd met veel instrumenten meten en verdelen in kortere of

langere periodes, van seconden naar minuten, naar uren, naar dagen … 

ws. p. 6 +7

  We maken oefening 1.

Kan ook als huiswerk.

TIJDLIJN

Om jaren voor te stellen, gebruiken we een tijdlijn. Op een tijdlijn stelt elk

streepje een jaar voor. Je kunt er belangrijke gebeurtenissen uit je leven

op zetten. 

We kunnen de tijd met veel instrumenten meten en verdelen in kortere of

langere periodes, van seconden naar minuten, naar uren, naar dagen … 

Maar we kunnen veel verder teruggaan in de tijd. Daarvoor gebruiken we een eeuwenband. 

Maar we kunnen veel verder teruggaan in de tijd. Daarvoor gebruiken we een eeuwenband. 

Een eeuwenband is verdeeld in eeuwen. Op de eeuwenband geven we gebeurtenissen een plaats in de tijd.

Hier oefenen we op...

De tweede eeuw begint in het jaar 101.
De derde eeuw begint dan in het jaar...

1. 201
2. 301
3. 401
4. 102

Wanneer start de 5de eeuw?

1. 201
2. 401
3. 500
4. 501

Wanneer start de 8ste eeuw?

1. 600
2. 601
3. 700
4. 701

Wanneer start de 13de eeuw?

1. 1001
2. 1201
3. 1301
4. 3101

Wanneer start de 9de eeuw?

Wanneer start de 17de eeuw?

Wanneer start de 20ste eeuw?

1. 1601
2. 1701
3. 1901
4. 2001

In welke eeuw leven wij nu?

In welke eeuw ligt het jaartal
735?

Geef een jaartal uit
de 16de eeuw.

Geef een jaartal uit
de 1ste eeuw.

Geef een jaartal uit
de 10de eeuw.

804

2100

1167

1760

1501

590

916

2028