2.4 De massamoord op de Joden (deel 1)

2.4 De massamoord op de Joden
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.4 De massamoord op de Joden

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:

1. Het Joodse geloof 
2. Antisemitisme 
3. Discriminatie en vervolging in Nazi-Duistland

Slide 2 - Diapositive

Het Joodse geloof
- Oudste monotheïstische geloof (hebreeuwse Bijbel)

- Geen bekeringsdrang 

- Jodendom geërfd via de moeder

- Joodse gemeenschappen spreken doorgaans Hebreeuws en hebben door de jaren heen hun eigen joodse cultuur proberen te behouden.  (denk behalve taal aan feestdagen, gewoontes en tradities)

Slide 3 - Diapositive

Het Joodse geloof
- Oudste monotheïstische geloof maar door de eeuwen heen nooit echt groter geworden (geen bekeringsdrang)

- Joodse Diaspora 

- Antisemitisme = Jodenhaat dit kwam meermaals voor in de geschiedenis. Soms op kleine schaal soms op grote schaal. 

Voor de WO2 ontstond er door het nationalisme meer Antisemitisme.

Slide 4 - Diapositive

Leg de oorzaak-gevolg relatie uit:

nationalisme --> antisemitisme

Slide 5 - Question ouverte

Antisemitisme
- Antisemitisme is niet uniek voor de Nationaalsocialisten. 

Door de eeuwen heen is Joden haat verschillende malen gekomen en weer vertrokken. De redenen:

- Joden zouden de moordenaars zijn van Christus (Bijbel)
- Joden zouden woekeraars en oplichters zijn (In de Middeleeuwen uitgesloten van Gildes in EU)


- De Nationaalsocialisten speelde dus handig in op het al bestaande anti-semitistische gevoel in de Weimar Republiek

De joden kregen de schuld van alles wat er mis was gegaan en mis was. 

Slide 6 - Diapositive

Nazipropaganda: waar krijgen de joden hier de schuld van?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Discriminatie en vervolging in Nazi-Duistland
1. 1933 -> boycotten Joodse winkels,
 pesterijen en ontslag ambtenaren


Slide 9 - Diapositive

Discriminatie en vervolging in Nazi-Duistland

1. 1933 -> boycotten Joodse winkels en pesterijen 

2. 1935 -> Neurenberger rassenwetten: Joden zijn geen Duitse burgers meer en mogen bijvoorbeeld niet meer trouwen met 'Raszuivere' 

3. 1938 -> Openbare plekken verboden (zwembaden, parken, treinen, scholen)
2. 1935 -> Neurenberger rassenwetten: Joden zijn geen Duitse burgers meer en mogen bijvoorbeeld niet meer trouwen met 'Raszuivere' 
  1. De Burgerschapswet gaf regels rond het Duitse staatsburgerschap en bepaalde wie Duitser was en wie niet. Duitser was hij/zij die Duits "bloed" had en door zijn/haar daden het vaderland diende.
  2. De Wet ter Bescherming van het Duitse Bloed en de Duitse Eer verbood alle seksuele relaties, huwelijken, tussen niet-Joodse Duitsers en Joden. Bestaande huwelijken bleven geldig.
  3. De Rijksvlaggenwet behelsde het voeren van de hakenkruisvlag als Duitse Rijksvlag.

Slide 10 - Diapositive


3. 1938 -> Openbare plekken verboden (zwembaden, parken, treinen, scholen)

Slide 11 - Diapositive

Kristalnacht
- In Frankrijk wordt vermoord een 19 jarige jongen een Duitse diplomaat. 

 "Moet ik u vertellen tot welk ras het vuile zwijn
 behoorde dat deze lage misdaad heeft begaan? 
Een Jood!" - Goebbels

- 9 op 10 november 1938 --> Kristalnacht

- Joden worden naar concentratiekampen gestuurd.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Concentratiekampen
- Concentratiekamp is niet per sé een vernietigingskamp 

- Gebouwd vanaf 1933 voor politieke tegenstanders. 

 - Pas later in de oorlog worden de kampen gebruikt voor massamoord (genocide) 

Slide 14 - Diapositive

Joodse discriminatie
- Eerst alleen voor Joden in Duitsland. 

- Na 1 september 1939 krijgen de Poolse Joden dezelfde behandeling. 

- Ghetto's 

Slide 15 - Diapositive

Geschiedkundige twijfel
Intensionalisme 
 historici die vermoeden dat de Nazi's het allemaal gepland hebben en uitgevoerd.

Functionalisme 
Antisemitisme was weldegelijk expres maar al doende werd het steeds erger

Slide 16 - Diapositive

Waarom zou een geschiedkundige kunnen zeggen dat de uiteindelijke massamoord op de Joden intentioneel was (vooraf bedacht)

Slide 17 - Question ouverte

Waarom zou een geschiedkundige kunnen zeggen dat de uiteindelijke massamoord op de Joden functioneel was (al doende steeds iets verder gegaan)

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag


Opdrachten:
1, 4, 8, 10 en 11

Slide 19 - Diapositive