Tijdvak 8

8.1: industrialisatie & modern imperialisme
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

8.1: industrialisatie & modern imperialisme

Slide 1 - Diapositive

Wat was de oorzaak voor de bevolkingsgroei in Engeland in de 18e eeuw?

Slide 2 - Question ouverte

Waarom werden steeds meer boeren afhankelijk van huisnijverheid?

Slide 3 - Question ouverte

Veranderingen in de landbouw
  1. Betere landbouwtechnieken      betere voedselvoorziening            bevolkingsgroei 
  2. Landbouwopbrengsten blijven stijgen      voedselprijzen dalen      boeren komen in geldnood      boeren gaan meer aan huisnijverheid doen       prijzen van huisnijverheidsproducten dalen       meer boeren gaan naar steden

Slide 4 - Diapositive

Hoe kan het dat de huisnijverheid uiteindelijk helemaal verdween?

Slide 5 - Question ouverte

Noem twee redenen waarom koloniën belangrijk waren voor het industrieel kapitalisme.

Slide 6 - Question ouverte

Omschrijf in je eigen woorden het modern imperialisme.

Slide 7 - Question ouverte

Noem twee manieren waarop het modern imperialisme verschilde van het kolonialisme uit eerdere eeuwen.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het verband tussen het modern imperialisme en het nationalisme?

Slide 9 - Question ouverte

Wat houdt het begrip 'white man's burden' in?
A
witte Europeanen zouden beschaving moeten brengen naar andere volken
B
de wetten die de witte Europeanen in hun kolonies oplegden
C
een aanduiding voor het kolonialisme in de 15e eeuw
D
een term die abolitionisten gebruikten om hun schuldgevoel uit te drukken

Slide 10 - Quiz

Hoe zag het modern imperialisme er voor Nederland uit?

Slide 11 - Question ouverte

8.2: een nieuwe samenleving

Slide 12 - Diapositive

Wat was de visie van de overheid op de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders in de 18e eeuw?

Slide 13 - Question ouverte

Omschrijf in je eigen woorden wat de sociale kwestie inhoudt.

Slide 14 - Question ouverte

Waar staat het socialisme voor?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe zag Karl Marx (communisme) de geschiedenis en hoe zag de oplossing voor armoede er volgens hem uit? Gebruik in je antwoord het begrip klassenstrijd.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen sociaaldemocraten en communisten?

Slide 17 - Question ouverte

8.3: democratisering in Nederland

Slide 18 - Diapositive

1848 was een revolutiejaar in heel Europa. Wat was het doel van de revoluties?

Slide 19 - Question ouverte

Wat veranderde er in Nederland na de revolutie van 1848? Noem de volgende punten: Thorbecke, koning, ministers en kiesrecht.

Slide 20 - Question ouverte

Na 1848 kwamen de liberalen aan de macht. Waar stonden zij voor en welke invloed had dit op de sociale kwestie?

Slide 21 - Question ouverte

Noem het belangrijkste strijdpunt van de socialisten.

Slide 22 - Question ouverte

Welk belang deelden de protestanten en de katholieken?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe noem je de politieke stroming die zich baseert op geloof?
A
Sociaaldemocraten
B
Confessionelen
C
Liberalen
D
Communisten

Slide 24 - Quiz

Welke twee belangrijke strijdpunten werden er opgelost tijdens de Pacificatie van 1917?

Slide 25 - Question ouverte

In welk jaar kregen vrouwen stemrecht?
A
1917
B
1925
C
1948
D
1919

Slide 26 - Quiz