2.1 Stoffen in huis (AAN)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Startklaar

Telefoon in telefoon-tas

Boek en schrift op tafel

tas van tafel

Begin direct met: Lezen bladzijde 36+37 uit je boek

Klaar? Onderstreep/markeer alle belangrijke woorden op deze pagina's

Welkom!

Natuurkunde les 2- 2HV

• §2.1 stoffen in huis
  
• §2.2 Zuivere stoffen en mengsels
• Huiswerk
• Afsluiting

Lesplanning

H2.1 Stoffen in huis

Lesdoel:

Je leert stofeigenschappen kennen
&
weet welke gevarensymbolen er zijn

Stofeigenschappen

Hieraan kun je stoffen herkennen....

Stofeigenschappen

Uit je hoofd ken je:

• geur
• kleur
• smaak
• brandbaarheid
  

Stoffen kunnen gevaarlijk zijn...

Gevaren-symbolen

H2.1 Stoffen in huis

Lesdoel:

Je leert stofeigenschappen kennen
&
weet welke gevarensymbolen er zijn

Hoofdstuk 2 Stoffen

Par. 2 Zuivere stoffen en mengsels

Leerdoelen:

• Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
  
• Je kunt uitleggen wat een molecuul is en uit welke soorten moleculen zuivere stoffen en mengsels bestaan.
  
• Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
• Kan je met concentraties rekenen

Zuivere stof

• Soms is een stof in huis een zuivere stof.
• Voorbeelden: suiker en zout

Mengsel

• De meeste stoffen die je thuis tegenkomt, zijn mengsels.
• Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen.

Moleculen

Elke stof bestaat uit heel kleine bouwsteentjes: moleculen.

De stof water bestaat dus uit watermoleculen.

Eén watermolecuul heeft een doorsnede van ongeveer:

0,000 000 000 15 meter

• dat betekent dat je ongeveer 7 000 000 000 watermoleculen op een rij kunt leggen in 1 meter!
• dat is bijna net zoveel moleculen
  als er mensen op de wereld zijn!

Verschillende moleculen

Een molecuul suiker is anders dan een molecuul water. Dat kan liggen aan de vorm of de grootte.

 Zuivere stoffen en mengsels

• Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen.
• Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten moleculen

mengsel:

meerdere soorten moleculen

zuivere stof:

één soort moleculen

We kennen twee soorten mengsels: 
Zuivere stoffen en mengsels

• Oplossing

• is helder 
• kan een kleur hebben
• bestaat uit oplosmiddel
• en opgeloste stof

• Suspensie

• is troebel 
• is wit of gekleurd
• bestaat uit vloeistof
• en vaste stof

Concentratie

Een concentratie geeft aan 

hoeveel van elke stof
er in een mengsel zit

Bijvoorbeeld:
10g suiker per 250 ml

Alcohol als oplosmiddel

Sommige stoffen lossen niet op in water. Welke?

Voor deze stoffen heb je een ander oplosmiddel nodig. Bijvoorbeeld alcohol.

Alcohol als oplosmiddel

Alcohol wordt in allerlei producten als oplosmiddel gebruikt . Voorbeelden zijn parfum, deodorant en bepaalde soorten inkt en lak. Sommige stiften hebben inkt ‘op alcoholbasis’. Als je met zo’n stift schrijft of tekent, verdampt de alcohol en blijven de kleurstoffen achter. Je kunt de alcohol dan goed ruiken.

Keukenzout zonder jodium is een voorbeeld van een ......

1. mengsel
2. zuivere stof
3. suspensie
4. oplossing

Chocomel(zonder suiker) is een voorbeeld van een ......

3. suspensie
4. oplossing

chocomel met suiker is een voorbeeld van een ......

3. suspensie
4. oplossing

Leerdoelen:

• Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
  
• Je kunt uitleggen wat een molecuul is en uit welke soorten moleculen zuivere stoffen en mengsels bestaan.
  
• Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
• Kan je met concentraties rekenen

Huiswerk donderdag 14-09

Online maak je
§2.1: 1-6 & §2.2: 1-8

5 minuten rood, geen vragen aan mij en niet overleggen

daarna oranje, rustig overleggen
Klaar? Lees §2.1 & §2.2 en onderstreep/markeer de belangrijke termen

1.1, 1.2 & 2.1-2.4 toetsstof

Afsluiting

• Schrijf op een post-it een tip en een top over het vak Natuurkunde(anoniem), plak deze op mijn bureau
• Huiswerk volgende week:      §2.1: 1-6  &    §2.2: 1-8
• Je staat pas op als de bel gaat