Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H8 Sparen
Hoofdstuk 8 - Sparen
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
7 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 8 - Sparen
Slide 1 - Diapositive
uitgaven:
Geld wat je 'uitgeeft'.
inkomsten:
Geld wat 'binnen komt
Slide 2 - Diapositive
Benoem verschillende vormen van inkomsten
Slide 3 - Carte mentale
vaste kosten
Geld wat je elke maand moet betalen.
variabele kosten
Uitgaven die elke maand anders kunnen zijn.
Vaste uitgaven link
Slide 4 - Diapositive
Vaste uitgaven link
Benoem verschillende vaste uitgaven
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Vidéo
Waar kan Paul allemaal op besparen?
Slide 7 - Carte mentale
Slide 8 - Vidéo
Als je elke week €20,- krijgt, hoeveel heb je dan gespaard na 5 weken?
Slide 9 - Question ouverte
Als je elke week €25,- krijgt, hoeveel weken moet je sparen om €200,- te kunnen uitgeven?
Slide 10 - Question ouverte
Als je elke week €25,- krijgt, hoeveel weken moet je sparen om €450,- te kunnen uitgeven?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Vidéo
Betaalrekening
Komt je loon op binnen
Dagelijkse uitgaven
Geld overmaken naar andere (eigen) rekeningen
Betalen van vaste lasten (automatisch)
Weinig/ geen rente
Spaarrekening
Geld wat je maandelijks 'over houdt'
Sparen voor grote uitgaven
Niet direct geld om te gebruiken
('vast zetten' voor) hogere rente
uitleg rente
Sparen en lenen
Slide 13 - Diapositive
Het waterbedrijf betaal je via je ...
A
spaarrekening
B
betaalrekening
Slide 14 - Quiz
Een blikje fris en een zak chips betaal je via je ...
A
spaarrekening
B
betaalrekening
Slide 15 - Quiz
Voer voor je huisdier betaal je via je ...
A
spaarrekening
B
betaalrekening
Slide 16 - Quiz
Een bankrekening openen
Slide 17 - Diapositive
Stap 1:
Nodig
Telefoon/ computer met internet
papier + pen
Slide 18 - Diapositive
Stap 2:
Bepaal eerst wat voor rekening je wilt openen.
Wil je een
betaalrekening
of een
spaarrekening
?
Slide 19 - Diapositive
Stap 3:
Vraag aan anderen welke bank zij prettig vinden.
Schrijf de namen van de banken op.
Welke banken ken je zelf?
Slide 20 - Diapositive
welke banken ken je?
Slide 21 - Carte mentale
Stap4:
Zoek uit wat voor soort rekeningen die banken hebben.
Dit kun je via internet doen.
Banken vergelijken
Slide 22 - Diapositive
Stap 5:
Maak per bank een overzicht:
naam bank
rente
kosten
extra's (pas, creditcard, online bankieren)
Slide 23 - Diapositive
Stap 6+7+8:
Kies de, voor jou, beste bank uit en maak een afspraak.
Meenemen:
geldig legitimatiebewijs
burgerservicenummer (staat op je legitimatiebewijs of loonstrook)
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Voor het openen van een rekening neem je je rijbewijs mee. Is dit een goed idee?
A
jazeker
B
nee, echt niet
Slide 26 - Quiz
Voor het openen van een rekening neem je het rijbewijs van iemand anders mee. Is dit een goed idee?
A
jazeker
B
nee, echt niet
Slide 27 - Quiz
Je gaat een rekening openen. Je paspoort is een paar weken verlopen. Is dit een goed idee?
A
jazeker
B
nee, echt niet
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Vidéo
Kun je nu uitrekenen hoelang je voor iets moet sparen?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 30 - Sondage
Weet je hoe je een rekening opent bij een bank?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Sondage
JE KRIJGT EEN MAIL MET EEN AANBOD VAN JE TELEFOONPROVIDER. JE KUNT VANDAAG NOG JE CONTRACT VERLENGEN EN EEN NIEUWE TELEFOON UITZOEKEN. JIJ..
A
Klikt de mail ongelezen weg. Jouw telefoon uit 2019 doet het nog prima.
B
Je zit al op de fiets naar de winkel.
C
Je doet onderzoek op internet. Is het ergens anders niet goedkoper?
D
Je vraagt bij je ouders voor informatie wat je kunt doen.
Slide 32 - Quiz
MAAK AF.
ALS IK DE STAD IN GA, DAN…
A
Kom ik nooit met lege handen thuis.
B
koop ik vaker niets dan iets.
C
koop ik alleen iets wanneer het écht leuk is.
D
Ik ga nooit de stad in omdat ik weet dat ik altijd iets koop..
Slide 33 - Quiz
€ 24,98 is afgerond?
A
€ 25,-
B
€24,50
C
€24,-
Slide 34 - Quiz
€ 3,78 is afgerond?
A
€ 3,50
B
€ 3,-
C
€ 3,80
Slide 35 - Quiz
Hoeveel is € 2,98 en € 12,15 ongeveer samen?
A
€ 14,-
B
€ 15,-
C
€ 16,-
Slide 36 - Quiz
€ 14,09 is afgerond?
A
€ 15,-
B
€ 14,10
C
€ 14,-
Slide 37 - Quiz
Je wilt 4 broodjes van €2,45 per stuk en je hebt € 10,- bij je. Heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee
Slide 38 - Quiz
Je koopt vijf broodjes van €4,45 per stuk. Je hebt €20,00 bij je. Is dat genoeg?
A
Ja
B
nee
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Vidéo
Slide 42 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Sparen 3A2 19-04-2021
Avril 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Sparen fase 3
Septembre 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
3.2 Wat levert sparen op?
Septembre 2018
- Leçon avec
40 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.2 Wat levert sparen op?
Octobre 2018
- Leçon avec
46 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.2 Sparen of beleggen?
Août 2018
- Leçon avec
44 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.2 Sparen of beleggen?
Août 2018
- Leçon avec
50 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Sparen
Janvier 2019
- Leçon avec
27 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Leerjaar 4 Economie hst 2 les 3 nieuw
Octobre 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4