Staal groep 5 ziekenhuis woordenschat

Staal groep 5 ziekenhuis woordenschat
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
4xwijzerBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Staal groep 5 ziekenhuis woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ziekenhuis

Slide 2 - Carte mentale

De leerlingen schrijven woorden op, waaraan ze denken bij het begrip 'ziekenhuis'.
Wat is narcose?
A
Een medicijn dat je in slaap brengt
B
Een soort fruit
C
Een dier dat in de zee leeft
D
Een kleur van de regenboog

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor wordt narcose gebruikt?
A
Om pijn te verminderen tijdens een operatie
B
Om te sporten
C
Om te leren fietsen
D
Om te leren lezen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe voelt het om onder narcose te zijn?
A
Je merkt niets en slaapt
B
Je begint te dansen
C
Je ziet alle kleuren van de regenboog
D
Je krijgt superkrachten

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er na de narcose?
A
Je wordt een superheld
B
Je vliegt naar de maan
C
Je wordt langzaam weer wakker
D
Je verdwijnt in het niets

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het als je verkouden bent en je iemand anders aansteekt?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op deze tijd mag je in het ziekenhuis op bezoek komen.
Zo noem je een dikke plek als je je hoofd gestoten hebt.
Dit krijg je als je schoenen te klein zijn. Het lijkt een bel met vocht
Hier weet je later niets van. Het heeft te maken met vallen.
Dit krijg je in een tand of kies als je niet goed je tanden poetst.
Hiermee krijg je een prik.
De dokter wil je in de gaten houden na een ziekte.
Sleep het juiste woord naar het hokje voor de zin
spuit
flauwvallen
bult
controle
bezoekuur
gaatje
blaar

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Straks krijg je een vraag bij deze foto

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord van de muur past bij de foto op de vorige dia?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de taken
van de receptionist?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Straks krijg je een vraag bij deze foto.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord van de muur zag je op de vorige foto?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions