Lockdown les 10

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

How was your weekend?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Did you do something during your weekend?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

What do you think about these riots in the Netherlands?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Stone 6
Stone 7

Slide 10 - Diapositive

Sleepvraag
Links: Begin delen van de zin.
Rechts: Eind delen van de zin.
Maak goede zinnen!

Slide 11 - Diapositive

I am
I have got
I am wearing
I am not
My hair is
My dad is
blue eyes.
a sweater.
wearing a uniform.
sporty.
very tall.
curly.

Slide 12 - Question de remorquage

Write it in English:
Hoe is ze?

Slide 13 - Question ouverte

Sleepvraag
Links: Engelse zin
Rechts: Nederlandse vertaling

Zoek de goede Engelse en Nederlandse zin bij elkaar!

Slide 14 - Diapositive

I am sporty.
My hair is black.
I have got blue eyes.
I am wearing an orange jacket.
Mijn haar is zwart.
Ik heb blauwe ogen.
Ik ben sportief.
Ik draag een oranje jas.

Slide 15 - Question de remorquage

Write it in English:
Ik heb blauwe ogen.

Slide 16 - Question ouverte

Write it in English:
Wat heeft ze aan?

Slide 17 - Question ouverte

Sleepvraag
Links: Begin delen van de zin.
Rechts: Eind delen van de zin.
Maak goede zinnen!

Slide 18 - Diapositive

Are you
What's
Is Matt
Is his
Are her eyes
Is your 
she like?
nice?
hair short?
wearing new trainers?
brother tall?
blue or grey?

Slide 19 - Question de remorquage

Write it in English:
Ik ben niet erg groot.

Slide 20 - Question ouverte

Sleepvraag
Links: Engelse zin
Rechts: Nederlandse vertaling

Zoek de goede Engelse en Nederlandse zin bij elkaar!

Slide 21 - Diapositive

What's she wearing?
Is she pretty?
Is your sister sporty?
Is your brother tall?
Is his hair short?
What's she like?
Is zij knap?
Is jouw broer lang?
Hoe is ze?
Wat heeft ze aan?
Is zijn haar kort?
Is jouw zus sportief?

Slide 22 - Question de remorquage

Write it in English:
Is zij knap?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Heb jij de lesdoelen voor jezelf gehaald?
Ja!
Nee

Slide 25 - Sondage