Woorden met -aatje, -ootje, -uutje
1 / 18
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Panda
In de dierentuin is een klein ............ geboren
In de dierentuin is een klein ............ geboren
Slide 4 - Question ouverte
Speelgoedauto
Mijn broertje heeft een klein ............... voor zijn verjaardag gekregen.
Mijn broertje heeft een klein ............... voor zijn verjaardag gekregen.
Slide 5 - Question ouverte
Paraplu
Op straat lag een klein ............
Op straat lag een klein ............
Slide 6 - Question ouverte
Opa
Daar loopt een heel oud ...................
Daar loopt een heel oud ...................
Slide 7 - Question ouverte
Paprika
Naast de tomaten liggen kleine ..................
Naast de tomaten liggen kleine ..................
Slide 8 - Question ouverte
Tomaten
En naast de paprikaatjes liggen kleine ................
En naast de paprikaatjes liggen kleine ................
Slide 9 - Question ouverte
Poema
Tijdens onze safari hebben we een klein .............. gezien.
Tijdens onze safari hebben we een klein .............. gezien.
Slide 10 - Question ouverte
Lasso
De cowboy gooide een ................. naar de stier
De cowboy gooide een ................. naar de stier
Slide 11 - Question ouverte
Foto
Ik maak even een ........ van dat schilderij.
Ik maak even een ........ van dat schilderij.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Flamingo
Slide 15 - Question ouverte
Tempo
Slide 16 - Question ouverte
Pinda
Slide 17 - Question ouverte
Oma
