Thema 5 les 2: Wie hoort erbij?

Waar ging de vorige les over?*
1 / 29
suivant
Slide 1: Carte mentale
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Waar ging de vorige les over?*

Slide 1 - Carte mentale

Antwoord:

In de vorige les leerden jullie over de Europese Unie (EU), de lidstaten, 
de kandidaat-lidstaten, de EGKS en de EEG. 
Dat de landen van de EU met elkaar willen samenwerken zodat er nooit meer oorlog komt en de landen welvarender worden. En dat er wordt samengewerkt op het gebied van economie, handel en industrie en dat er afspraken over mensenrechten en veiligheid worden gemaakt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Les 2: Wie hoort erbij?

Welke steden zijn belangrijk voor de Europese Unie?

Slide 4 - Diapositive

De lidstaten van de EU
België       Bulgarijë         Cyprus        Denemarken         Duitsland
Estland         Finland         Frankrijk         Griekenland         Hongarije
Ierland         Italië         Kroatië         Letland         Litouwen Luxemburg         Malta         Nederland         Oostenrijk         Polen Portugal         Roemenië         Slovenië         Slowakije         Spanje Tsjechië         Verenigd Koninkrijk         Zweden
(VK = Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland) 

Slide 5 - Diapositive

Tekst lezen op pagina 84 en 85

Slide 6 - Diapositive

Welke EU-landen grenzen NIET
aan elkaar?
A
Estland en Letland
B
Hongarije en Bulgarije
C
Portugal en Spanje
D
Luxemburg en België

Slide 7 - Quiz

De hoofdstad van Bulgarije is ...
A
Nicosia
B
Boekarest
C
Sofia
D
Belgrado

Slide 8 - Quiz

De hoofdstad van Estland is ...
A
Tallinn
B
Riga
C
Vilnius
D
Skopje

Slide 9 - Quiz

Wist je dat ...
... Andorra, San Marino, Monaco en Vaticaanstad de euro hebben, maar dat deze landen echter geen lid zijn van de EU?

Hoe zit dat? *

Slide 10 - Diapositive

Monaco, San Marino en Vaticaanstad zijn ook geen EU-lid, maar hebben al sinds de invoering van de euro hun eigen euromunten. Dit komt door de monetaire overeenkomsten die de staatjes al hadden met Frankrijk en Italië. Hierdoor kon je er tot 2002 met francs en lires betalen. Vanaf 2002 werd deze situatie voortgezet en werd dus de euro officieel betaalmiddel.  

In de overeenkomst met de EU staat dat de drie staatjes in beperkte mate, hun eigen euromunten mogen slaan. Vanaf 2013 mag ook het dwergstaatje Andorra eigen euromunten slaan. Hier is de situatie anders dan in de huidige mini-staatjes. Voor 2002 kon men hier betalen met zowel francs als peseta's, daarna werd de euro het feitelijke betaalmiddel. 

Slide 11 - Diapositive

Spel: Welk land is het?

Neem een land in gedachten.
Stel om de beurt één vraag waar je alleen 'ja' of 'nee'op mag antwoorden.
Gebruik de legenda en de windroos op de kaart.

Welk land is het?

Slide 12 - Diapositive

Tekst lezen op pagina 86 en 87

Slide 13 - Diapositive

In welke vier plaatsen is een onderdeel van de EU gevestigd?
A
Londen, Den Haag, Wenen, Parijs
B
Straatsburg, Minsk, Luxemburg, Frankfurt
C
Brussel, Luxemburg, Den Haag, Straatsburg
D
Brussel, Luxemburg, Straatsburg, Frankfurt

Slide 14 - Quiz

Over welk EU-land gaat dit? (kaart 2)

Dit land is al heel lang lid van de EU. Het ligt best ver van de andere 'oude' EU-landen af en het ligt naast een land dat sinds 2007 lid is. Het land heeft veel eilanden.
A
Finland
B
Verenigd Koninkrijk
C
Griekenland
D
Malta

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Moet ik geld wisselend als ik naar Londen op vakantie ga?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Ik ga op reis naar Finland.
Moet ik geld wisselen?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Wat is waar?
A
België is lid sinds 1973
B
België heeft de euro
C
België heeft geen kantoor EU

Slide 19 - Quiz

Wat is waar?
A
Verenigd Koninkrijk heeft de euro
B
Verenigd Koninkrijk heeft kantoor EU
C
Verenigd Koninkrijk is sinds 1973 lid van de EU

Slide 20 - Quiz

Wat is NIET waar?
A
Roemenië is sinds 2007 lid van de EU
B
Roemenië heeft niet de euro
C
Roemenië heeft een kantoor van de EU

Slide 21 - Quiz

Welk land grenst rondom alleen aan andere EU-landen?
A
Finland
B
Tsjechië
C
Hongarije
D
Litouwen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Werkschrift maken:

Opdracht 1a, 1b, 1c en 1d
Opdracht 2a

Slide 25 - Diapositive

Evaluatie en reflectie
Welke steden zijn belangrijk voor de EU?*

Slide 26 - Diapositive

Antwoord:

Dat zijn Brussel, Luxemburg, Straatsburg en Frankfurt.

Slide 27 - Diapositive

Waarom zijn die steden belangrijk?*

Slide 28 - Diapositive

Antwoord:

Het zijn plaatsen waar onderdelen van de EU zijn gevestigd.
Brussel = Europese Commissie, Raad EU
Luxemburg = Europese Hof van Justitie
Straatsburg = Europese Parlement
Frankfurt = Europese Centrale Bank

Slide 29 - Diapositive