Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
TC A2 2.2 groot-groter-grootst
groot-groter-grootst
TaalCompleet A2 2.2
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
groot-groter-grootst
TaalCompleet A2 2.2
Slide 1 - Diapositive
even herhalen.....
Slide 2 - Diapositive
Trappen van vergelijking
Slide 3 - Diapositive
De regel
+er
+st
Slide 4 - Diapositive
Uitleg
mooi - mooi
er
- het mooi
st
klein - klein
er
- het klein
st
hoog - hog
er
- het hoog
st
jong - jong
er
- het jong
st
Slide 5 - Diapositive
Uitleg
Let op de spelling
groot - gr
o
ter - het grootst
lief - lie
v
er - het liefst
vies - vie
z
er - het viest
Slide 6 - Diapositive
Uitleg
eindigt het woord op
-r
? dan gebruik je
-der
duu
r
- duur
der
- het duurst
zuu
r
- zuur
der
- het zuurst
ve
r
- ver
d
er
- het verst
Slide 7 - Diapositive
Vul in:
lelijk - ... - lelijkst
Slide 8 - Question ouverte
Een auto en een trein zijn snel, maar een vliegtuig is het ............
A
sneller
B
snelst
Slide 9 - Quiz
Vul in:
jong - jonger - ....
Slide 10 - Question ouverte
Uitleg: een zin maken
bij een vergelijking gebruik je vaak het woordje
dan.
Ik ben ouder
dan
mijn zusje.
jij bent langer
dan
jouw vriend.
Mijn auto is duurder
dan
jouw auto.
Slide 11 - Diapositive
(oud) De moeder ..... .................. dan de baby.
Denk aan het werkwoord!
Slide 12 - Question ouverte
(snel) De blauwe auto ..... ............ ..... de rode auto.
Slide 13 - Question ouverte
Jack is klein.
William is ........... ...... Joe.
Joe is het ...........
Slide 14 - Question ouverte
Wilt u iets ........... praten?
A
langzamer
B
langzaamst
Slide 15 - Quiz
Welke jurk vind jij het .............. ?
A
mooier
B
mooist
Slide 16 - Quiz
Uitleg: onregelmatige woorden
Deze moet je leren en niet meer vergeten 🤓
goed - beter - best
graag - liever - het liefst
veel - meer - het meest
weinig - minder - het minst
Slide 17 - Diapositive
Ik heb weinig tijd, maar hij heeft nog ............ tijd dan ik.
A
minder
B
minst
Slide 18 - Quiz
Vul in: Anna wil ............... naar Spanje dan naar Frankrijk op vakantie (graag).
Slide 19 - Question ouverte
Vul in: Anna betaalt meer huur dan Olaf, maar Ahmad betaalt het ............
Slide 20 - Question ouverte
Praat samen:
Slide 21 - Diapositive
wordwall.net
Slide 22 - Lien
Praat samen:
opdracht 19 en 20 in het boek
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
*** 1G2 - *ergens in mei? 2024* - trappen van vergelijking
Février 2024
- Leçon avec
25 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
TC A2 2.2 groot-groter-grootst
il y a 2 jours
- Leçon avec
23 diapositives
NT2
ISK
bijvoeglijk nw en trappen van vergelijking.ivb
Janvier 2023
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Trappen van vergelijking
Juin 2023
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute VL
Trappen van vergelijking
Avril 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Trappen van vergelijking
Avril 2024
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute VL
les 21 - dik, dikker, het dikst
Juin 2023
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
les 21 - dik, dikker, het dikst
Mars 2023
- Leçon avec
20 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2