Financieel plan

Het financiële plan
Deel 4 Ondernemen
Hoe ga je alles bekostigen?


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het financiële plan
Deel 4 Ondernemen
Hoe ga je alles bekostigen?


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na het maken van deze opdrachten weet/kun je:

  • Wat is een investeringsbegroting
  • Het maken van een financieringsbegroting (balans)
  • Een overzicht maken met te verwachten opbrengsten en kosten genaamd exploitatiebegroting;
  • Waarom het financieel plan een belangrijk onderdeel is van je ondernemingsplan;
  • Wat voor een bank belangrijk is bij een financieel plan.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Waar kijkt de bank naar bij het financiële plan van je onderneming?

  • De ondernemer zelf​ - Kan hij/zij het betalen (rente/aflossing)​
  • Is er voldoende eigen vermogen?​
  • Als het misgaat? Wat dan (welke zekerheden krijgt de bank?)

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn afschrijvingen?
Wat zijn achtergestelde leningen (van familie)?
Wat is leverancierskrediet? 
Wat is rekening courant?


Slide 7 - Diapositive

Afschrijving
Omdat bedrijfsmiddelen een aantal jaren meegaan, mag u niet alle kosten aftrekken in het jaar van aanschaf. In plaats daarvan moet u afschrijven. Dat houdt in dat u de kosten verdeelt over de jaren waarin u het bedrijfsmiddel gebruikt. Elk jaar kunt u dus een deel van de kosten aftrekken.

Slide 8 - Diapositive

Achtergestelde lening
Een achtergestelde lening plaatst zich op het einde van de wachtrij. Er is overeengekomen dat eerst de andere schuldeisers worden uitbetaald, en als er nog iets overblijft dan pas de achtergestelde lening

Slide 9 - Diapositive

Leverancierskrediet
Een leverancierskrediet houdt in dat je voor een korte periode geld leent bij de leverancier. De leverancier levert de goederen, gaat de factuur maken en wordt later betaald door de afnemer. Dit is als het ware een geldlening waarbij eventueel een kleine rentevergoeding voor moet worden betaald.

Slide 10 - Diapositive

Rekening Courant
Een rekening courant krediet is een zakelijk krediet met een vrij opneembaar bedrag. Hiermee kun je rood staan op je betaalrekening. 

Slide 11 - Diapositive

Investeringsbegroting
Opdracht 17
Een investeringsbegroting helpt bij het in kaart brengen van het geldbedrag dat je minimaal nodig hebt om goed van start te kunnen gaan. 

De investeringsbegroting is onderverdeeld in vaste en vlottende activa.
Vaste activa = bedrijfsmiddelen van langer dan 1 jaar (bv PC's, auto)
Vlottende activa = bedrijfsmiddelen korter dan 1 jaar (bv voorraad)


Slide 12 - Diapositive

Investeringsbegroting

Slide 13 - Diapositive

Financieringsbegroting
Opdracht 18
In de financieringsbegroting bepaal je hoe je bedrijfsmiddelen en andere investeringen financiert. Dit kan met eigen of vreemd vermogen of een combinatie van beide.

Het berekende totaalbedrag van je investeringsbegroting gebruik je in je financieringsbegroting. Zo reken je uit hoe je geld voor bedrijfsmiddelen en investeringen bij elkaar gaat krijgen.


Slide 14 - Diapositive

Financieringsbegroting

Slide 15 - Diapositive

Exploitatiebegroting
Opdracht 19
De exploitatiebegroting is een onderdeel van de totale begroting van je onderneming. Met een exploitatiebegroting of resultatenbegroting laat je zien of je over een bepaalde tijd winst of verlies denkt te gaan maken.

In de exploitatiebegroting zet je de verwachte omzet en kosten voor een langere periode. De kosten trek je af van de omzet. Zo bereken je of je winst kunt maken. 


Slide 16 - Diapositive

Exploitatiebegroting

Slide 17 - Diapositive

Financieel plan
exploitatiebegroting
investeringsbegroting
marketingplan 
bedrijfsidee
financieel plan
financieringsbegroting
persoonlijke gegevens
organisatie van het bedrijf

Slide 18 - Question de remorquage

Deel 4 Financieel plan
Ga aan de slag met het financieel plan in deel 4. Hier maak je de opdrachten 16 t/m 19
  • Investeringsbegroting
  • - Vaste activa
  • - Vlottende Activa
  • Financieringsbegroting
  • - Eigen vermogen (aandelen)
  • - Vreemd (of extern) vermogen (lening bank)
  • Exploitatiebegroting
  • - Omzet / Inkoopwaarde / Nettowinst(verlies)






Slide 19 - Diapositive

Einde van de les moeten jullie het volgende inleveren 


De opdrachten:
 Deel 1 Opdr 1 t/m Opdr 3
 Deel 2 Opdr 4 t/m Opdr 8
 Deel 3 Opdr 9 t/m Opdr 15
Deel 4 Opdr 16 t/m Opdr 20
Opdracht  Onderneming starten
 


Slide 20 - Diapositive