3.1 Klimaat Chili

CHILI
H3 Chili: Het land waar de aarde ophoudt

1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

CHILI
H3 Chili: Het land waar de aarde ophoudt

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert:  3.1 blok 1.

  • Wat er Uniek is aan de ligging van  Chili;
  • hoe de seizoenen lopen
  • Wat  keerkringen zijn. 

> gebruik je Basisboek!

Slide 2 - Diapositive

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Welke conclusie trek je na deze vragen?

Slide 10 - Question ouverte

4500 KM lang
170 km breed
(gemiddeld)
5 klimaten


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

SEIZOENEN IN CHILI
 zomer:  december - februari
 herfst:  maart -mei
 winter: juni - augustus
 lente: september - november

Slide 14 - Diapositive

herfst op ZH
winter op ZH
lente op ZH
Zomer op ZH

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van de verschillende klimaten in Chili?
Gebruik je leerboek blz. 40-41 en BB73/74
(koud) Woestijnklimaat :
steppeklimaat                   :  
Mediterraan klimaat        :
gematigd zeeklimaat     :
hooggebergte klimaat   :

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van de verschillende klimaten in Chili?
Gebruik je leerboek blz. 40-41 en  BB73/74

(koud) Woestijnklimaat :
Mediterraan klimaat       :
zeeklimaat     :
hooggebergte klimaat   :

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
maken WB start 1-4 en 3.1  opdr. 1 en 2  blz. 44 -43 
+ uitzoeken kenmerken klimaten Chili
 

Slide 19 - Diapositive

les 2
huiswerk voor maandag: 
3.1 maken opdr. 3 t/m 6

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Doelen
wat zijn de keerkringen ook alweer?
welke temperatuurkenmerken zijn er?
Welke drie factoren zorgen voor het droge woestijnklimaat in het Noorden van Chili?


Slide 22 - Diapositive

Temperatuurfactoren b47
die zorgen voor de verschillende klimaten
 
  • Breedteligging B48
  • Hoogteligging B51 en B52
  • Ligging ten opzichte van de zee B53
  • Wind- en zeestromen B54 en B55
  • Ligging van gebergten B56/b58

Slide 23 - Diapositive

Temperatuurfactoren b47
die zorgen voor de verschillende klimaten
Breedteligging  -> met  4500km heeft dit effect. Noorden is warmer dan zuiden  verschil heeft dit wel invloed
Hoogteligging -> hoog gebergte (Andes), 
Ligging ten opzichte van de zee   -> alles ligt aan de kust
Wind- en zeestromen - Zuiden aanlandig, midden/noorden aflandig +  koude zeestroom van Z->N 
Ligging van gebergten noord-> zuid over hele land

Slide 24 - Diapositive

Droogte in Chili  in het
 Noorden
 ATACAMAWOESTIJN

1. Het subtropische gebied van hoge
luchtdruk boven de de Grote Oceaan
2. de Humboldtstroom (zeestroom) 
3. (de ligging van) het Andes gebergte

Lezen!

Slide 25 - Diapositive

1. Hogedrukgebied in Grote oceaan

- tussen de 25* ZB en 45*ZB   
- subtropisch maximum
1. Koude lucht van boven in de atmosfeer daalt
2. Warmt onderweg op, en zet uit
3. Kan dus veel waterdamp bevatten 
4. bewolking lost op, GEEN neerslag. DROOG

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Hogedrukgebied in Grote oceaan
- 25* ZB en 45*ZB 
WET BUYS BALLOT 
Wind waait van Hogedruk naar Lage druk
op het Zuidelijk halfrond afwijking naar LINKS

Slide 28 - Diapositive

2. De Humboldstroom:
  • Koude zeestroom langs de kust van Chili

  1. de zee koelt de lucht die hier waait af.    én 
  2. Koud water heeft geen verdamping
  3. Er wordt boven zee dus geen bewolking gevormd.
  4. dus GEEN neerslag  (tot ongeveer 25* ZB) 

Slide 29 - Diapositive

3: De (ligging van de) Andes
Ligging t.o.v. gebergten:
  • Overheersende wind vanuit het oosten
  • Stuwingsregens oostzijde Andes
  • Noord- Chili ligt in de regenschaduw (loefzijde)

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

2) Ten zuiden van 40⁰ Z.B. juist westenwinden; >stuwingsregen in Chili (loefzijde) >nattere klimaten 
ZUID CHILI - LOEFZIJDE

Slide 32 - Diapositive

Loefzijde
Lijzijde
Chili

Slide 33 - Diapositive

B48 Soorten neerslag:
Stuwingsregen (B49): aan de 'natte' kant van een berg

Stijgingsregen (B50: bij de evenaar

Frontale regen (B62): bij botsing van luchtstromen

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

les drie
HUISWERK 
Maandag opdr. 7 t/m 10  blz. 46/47

Slide 36 - Diapositive

3.1 Deze drie factoren zorgen voor de droogte van de woestijn

1. De Humboldtstroom, deze koude zeestroom zorgt ervoor dat ...
2. Het hogedrukgebied tussen de 25 en 45 graden ZB  omdat ...

3. De ligging van het Andesgebergte omdat...

Slide 37 - Diapositive

3.1 Deze drie factoren zorgen voor de droogte van de woestijn

1. De Humboldtstroom, deze koude zeestroom zorgt ervoor dat 
De zee voor de kust niet verdampt en er geen bewolking en neerslag komt en daardoor blijft het droog.

Slide 38 - Diapositive

3.1 Deze drie factoren zorgen voor de droogte van de woestijn

2. Het hogedrukgebied tussen de 25 en 45graden  ZB omdat dit 
zorgt voor dalende lucht die opwarmt bij het aardoppervlak, uitzet en zo alle waterdamp kan vasthouden. 


Slide 39 - Diapositive

3.1 Deze drie factoren zorgen voor de droogte van de woestijn

3. De ligging van het Andesgebergte omdat...  in het noorden de wind uit het oosten komt, tegen de Andes aanbotst en aan de oostkant uitregent.  De kant van Chili (het westen) ligt in de regenschaduw. 

Slide 40 - Diapositive

lesdoelen
Wat is El Niño?
Hoe ontstaat El Niño?
Wat zijn de gevolgen van El Niño?

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Zuurstof, vis, minder, El Niño, neerslag, Aardverschuivingen, wereldwijd, voedingsstoffen, warmer, verdamping, El Niño overstromingen, Modderstromen.

► De koude zeestroom bevat veel ____ en daardoor veel ____ voor ____
In sommige jaren is het water voor de kust maandenlang ___ dan normaal. Daardoor wordt er ___ vis gevangen. Deze situatie heet ___
● Tijdens El Niño is er meer ___ en dus meer ___ Aan de kust van Chili ontstaat schade door ___, ____ en _____
● El Niño is _____ merkbaar.


Slide 43 - Diapositive

► De koude zeestroom bevat veel zuurstof en daardoor veel voedingsstoffen voor vis. In sommige jaren is het water voor de kust maandenlang warmer dan normaal. Daardoor wordt er minder vis gevangen. Deze situatie heet El Niño.
● Tijdens El Niño is er meer verdamping en dus meer neerslag. Aan de kust van Chili ontstaat schade door overstromingen, aardverschuivingen en modderstromen.
● El Niño is wereldwijd merkbaar.

Slide 44 - Diapositive

El Ninõ in Chilli
El Ninõ: Spaans voor het kerstkindje.
hoogtepunt van El Ninõ is meestal rond de kerst. (zomer zuidelijk halfrond)

Om de twee tot zeven jaar:
Het verschijnsel dat het zeewater in het
midden en het oosten van de Grote Oceaan tijdelijk extra sterk opwarmt. 

Gevolgen voor Chilli/Zuid-Amerika: Door tijdelijk warmer worden van de oceaan, bevat het wat minder zuurstof           geen visvangst.
Door warmer zeewater is er meer verdamping en overvloedige regens. Dit leidt tot overstromingen, mislukte oogsten en aardverschuivingen.

Omkeren van de passaatwind

Slide 45 - Diapositive

Gevolgen
 Wereldwijd 
  • Droogte in Zuidoost-Azië, Australië en India.

  • Minder regen, zachtere winters en minder orkanen in de VS.

  • Nattere winters in Zuid-Europa en  koudere maar drogere winters in Noord-Europa. 

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Vidéo

Slide 48 - Vidéo

Toets bespreken

nakijken Paragraaf 1.
Opdracht begrippen



Slide 49 - Diapositive

begrippen
  1. Ga naar blz. 47 van je werkboek
  2. Neem de begrippen over die staan bij Leerboek en Basisboek, op een blad of in je schrift.
  3. Schrijf erachter de betekenis. 
  4. Maak een Powerpoint/ (Presentatie) 
  5.  Je zet je begrip bovenaan de slide en je zet een afbeelding/ schematische tekening/filmpje eronder die het begrip uitlegt
  6. Je hoeft niet de hele uitleg van punt 3  erbij te typen. 

Slide 50 - Diapositive

Keerkring

Slide 51 - Diapositive