- gesloten vraag (ja/nee-antwoord, begint vaak met een persoonsvorm): Vind je je beroep leuk? | Gaat het goed met u?
- open vraag (vrij antwoord, begint vaak met hoe, waarom, wat):
Hoe ben je op het idee gekomen om stuntvrouw te worden?
- vervolgvraag (doorvragen als als je vindt dat je nog niet voldoende informatie hebt gekregen).
- controlevraag (om antwoord goed te begrijpen: dus je bedoelt.../als ik het goed begrijp zeg je...)