Basisstof 3

Welkom bij biologie!
Welkom bij biologie!
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij biologie!
Welkom bij biologie!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Welkom
herhalen
Leerdoelen
Thema 5 basisstof 3 Het oor
Aan de slag! 
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de juiste volgorde. Dit
geld voor een "normale" waarneming.
prikkel ( van buiten)
zintuig
impuls
zenuw
hersenen
waarneming

Slide 3 - Question de remorquage

Zenuwen kan ook opgesplits worden in zintuigen en ruggenmerg.
De bouw van de huid van alle zoogdieren is ongeveer hetzelfde. Er zijn wel verschillen. Zoogdieren hebben bijvoorbeeld weinig of veel haren op de huid, of minder zweet klieren. Mensen, honden en varkens zijn zoogdieren. Leg uit dat honden minder goed tegen de warmte kunnen dan mensen.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Varkens rollen graag in de modder als het warm is.
Leg uit hoe dit helpt om af te koelen.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huid
Spier
Vet onder de huid

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vrouw heeft een hennatatoeage. Deze kleurstof verdwijnt na enkele weken. Wordt deze kleurstof ingebracht in de opperhuid of in de lederhuid? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je de delen van het oor benoemen met hun functie

- kun je de delen van het oog benoemen met hun functie


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

buitenkant oor
in de oren liggen de gehoorzintuigen.

met je gehoorzintuigen kan je geluid waarnemen. 

geluid bestaat uit trillingen in de lucht. 

De oorschelp vangt deze trillingen op en brengt ze naar je gehoorgang.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg route
Via de gehoorgang komen de trillingen bij het trommelvlies. Het trommelvlies trilt mee met het geluid.

Om het trommelvlies soepel te houden maakt je oor via de oorsmeerkliertjes oorsmeer. Je kan dit schoonmaken met wattenstaafjes DOE DIT NOOIT MET IETS SCHERP!

Achter het trommelvlies zit de trommelholte waarin de gehoorbeentjes zitten. Omdat het trommelvlies gaat trillen worden deze aan de gehoorbeentjes gegeven die het weer doorgeeft aan het slakkenhuis

In het slakkenhuis zitten de gehoordzintuigen en worden de trillingen (prikkel) omgezet in impulsen. Via de gehoorzenuw gaan ze naar de hersenen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

buis van eustachius
de buis van eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte. 

de wanden van de buis liggen meestal tegen elkaar aan gedrukt zodat deze buis dicht is. 

als je slikt of gaapt gaan deze open er kan dan lucht van de trommelholte naar de keelholte maar ook andersom.

de luchtdruk wordt wordt aan beide kanten van het gehoorgang en trommelholte gelijk.

Is dit niet gelijk kan het trommelvlies niet trillen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

buitenkant oog
Wenkbrouwen zorgt ervoor dat er geen vocht of zweet in je ogen komt en Wimpers beschermen tegen fel licht en vuil.

het harde oogvlies is het witte gedeelte van het oog. Het gekleurde deel noemen we het iris. Het zwarte puntje in het oog is de pupil. De pupil is de opening van de iris. 

over de iris en de pupil ligt het hoornvlies dit is doorzichtig.

Onder de huid bij de ogen liggen traanklieren. In de traanklieren wordt traanvocht gemaakt die de oogleden verschreiden over het oog. Dit voorkomt dat je ogen uitdrogen. Ook spoelt traanvocht kleine stofdeeltjes weg. Traanvocht wordt via de neusholte afgevoerd. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

binnenkant oog
Aan het harde oogvlies zitten oogspieren. De oogspieren draaien de ogen in de richting waarin je kijkt. 

In de afbeelding zie je een doorsnede van een oog. De oogbol is voor het grootste deel gevuld met een soort gelei: het glasachtige lichaam.
Achter de iris en de pupil zit de lens. De lens zorgt ervoor dat je scherp kunt zien. 


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 lagen oog
het oog bestaat uit 3 lagen. 

De buitenste laag van het oog is het harde oogvlies.

De middelste laag is het vaatvlies. Deze laag bestaat vooral uit bloedvaten.

De binnenste laag is het netvlies. In het netvlies liggen de zintuigcellen. De zintuigen zetten prikkels om in impulsen en de oogzenuw vervoerd deze naar de hersenen. 

Recht tegenover de pupil ligt in het netvlies de gele vlek. De zintuigcellen op de gele vlek kan je het scherps zien. Op de blinde vlek liggen geen zintuigcellen. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

werking ogen
Lichtstralen komen via je oog binnen door de lens. De lens zorgt ervoor dat de lichtstralen precies op de gele vlek vallen van het netvlies. Je ziet dan scherp. De lens keert wel het beeld om maar de hersenen zetten deze weer recht. 

Bij sommige mensen werkt de lens niet goed. Je ziet dan niet scherp. 

Ben je bijziend dan kan je alleen dichtbij scherp zien. Een holle lens (bril) kan hierbij helpen (- sterkte)

Ben je verziend kan je alleen in de verte scherp zien. Een bolle lens (bril) kan hierbij helpen.  (+ sterkte)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Oog: 2, 3, 5, 7, 8
- Wat: Maak de opdrachten   en onderdelen van het oor. 
- Hoe: Individueel of samen
- Hulp: Het tekstboek, BVJ
- Tijd: 15 minuten
- Uitkomst: Opdrachten af
- Klaar?: Maak de samenhang en ga wat voor jezelf doen

Slide 16 - Diapositive

https://biologiepagina.nl/Brugklasnieuw/Bewegen/Oefenenskelet/oefenenskelet.htm 

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij slikken of gapen gaat de buis van Eustachius
A
dicht
B
open
C
weet ik niet

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hierdoor wordt de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies
A
gelijk
B
verschillend
C
weet ik niet

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor kun je minder goed horen als de oorsmeerkliertjes te veel oorsmeer produceren?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekmakende bacteriën kunnen een ontsteking veroorzaken in je lichaam. Leg uit dat een gaatje in het trommelvlies ontsteking in de trommelholte kan veroorzaken.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit dat een keelontsteking een ontsteking in de trommelholte tot gevolg kan hebben.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je verkouden bent, kan je neus helemaal dicht zitten. Leg uit dat de trommelholte kan gaan ontsteken als je dan met kracht je neus snuit.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht
Beschermt het oog tegen uitdroging
Verspreidt traanvocht over het oog
Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt
Produceert traanvocht
Ooglid
Traanklier
Traanvocht
Wenkbrauw
Wimper

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De blinde vlek heeft zintuigcellen
A
Waar
B
Niet waar
C
weet ik niet

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met zintuigcellen in de gele vlek kun je het minst zien
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies
Levert benodigde stoffen aan het oog via bloed
De zintuigcellen in dit vlies zetten lichtprikkels om in berichten 
Licht gaat als eerste hierdoor het oog in

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
lens

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je van dichtbij goed kunt zien maar veraf niet dan ben je...
A
verziend
B
bijziend

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oudere mensen die niet goed kunnen lezen zijn.......
A
Bijziend
B
Nachtblind
C
Kleurenblind
D
Verziend

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zie je niets met je blinde vlek?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot volgende week!

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions