H10.1 Inhoudsmaten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

    Welkom

💼 Neem je boek, schrift en schrijfspullen voor je.

📖 Leg bladzijde 32 (H10.2) voor je open.

DEZE LES:

§10.2 Inhoudsmaten

oefenen 

uitleg 

  lesprogramma

nakijken 

-

Wat zijn de inhoudsmaten en hoe reken je die om.

opd. 4 samen uitwerken 

aan de slag 

Rustig aan, lees de vraag goed, noteer je berekeningen.

huiswerk

voorkennis 

Grootheden en eenheden, oppervlakte en afstand

§10.2 afmaken.

        Nakijken

Wat leer je in deze paragraaf?

Ik weet wat inhoudsmaten zijn.

Ik kan de juiste inhoudsmaten gebruiken.

 

        leerdoelen

Stapgrootte

.

        Voorkennis

Grootheid en eenheid

Grootheid: Iets dat je kan meten	Eenheid: Waar je het in meet
	Kilogram, ons, pond, gram
Lengte
	Vierkante meter, Hectare,
Inhoud
	Uren, eeuw, etmaal, maand
Snelheid

cm​2​​

mm​3​​

Welke grootheid hoort bij de eenheid kilometer per uur?

1. lengte
2. snelheid
3. gewicht
4. tijd

Welke grootheid hoort bij de eenheid hectare

1. Afstand
2. Tijd
3. Snelheid
4. Oppervlakte

Welke eenheid hoort bij de grootheid oppervlakte

1. Liter
2. dagen
3. meter
4. hectare

Welke conclusie is waar?

1. Grootheden meet je met eenheden
2. Eenheden meet je met grootheden

Hieronder staan 2 eenheden en 2 grootheden. Kies een eenheid!

1. Afstand
2. Kilometer
3. Massa
4. Kilogram

liter en milliliter zijn eenheden van welke grootheid?

1. gewicht
2. lengte
3. tijd
4. inhoud

-Man 1,80     vrouw 1,70

-lopen 5 km/u

-fietsen 18 km/u

-stapgrootte 75cm

-hoogte verdieping 3m

-deur 2m hoog

-inwoners NL 17.500.000

-voetbalveld halve hectare             (50m bij 100m)

- Een auto is gem. 4m lang.

- afstand over weg  is:

  1,2 x afstand hemelsbreed

uitleg 

Inhoud

• Inhoud, de naam zegt het al; Hoeveel past erin?

• Wanneer we het over inhoud hebben, hebben we het over driedimensionale figuren, ook wel ruimtefiguren genoemd.

• Om de inhoud te berekenen gebruiken we altijd drie maten. 

Stapgrootte

.

blz. 131 opd. 4

Samen oefenen 

Aan de slag

Zelfstandig werken

Maak  opd. 1, 3, 5, 6, 7 en 8 op. blz 130/133

Klaar? 

Maak opd. u1 en u2 (blz. 133)

Werk zelfstandig zonder overleg of vragen.

Huiswerk 

Werk fluisterend met je buurman of buurvrouw. 

Huiswerk:

Maak opdr 9 t/m 17 (blz. 32, 33 en 34)