BDV periode 4 W&V

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Winst- & verliesrekening


Slide 3 - Diapositive

Winst- & verliesrekening

Slide 4 - Carte mentale

Winst- & verliesrekening


De resultatenrekening geeft een overzicht van de behaalde winst (opbrengsten - kosten) over een bepaalde periode (jaar).


Totaaloverzicht
Winst of verlies?
Opbrengsten - kosten

Slide 5 - Diapositive

Winst- & verliesrekening


Wat denken jullie: welke opbrengsten en kosten staan op de winst- en verliesrekening? (Schrijf er 10 op)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Theorie
Resultatenrekening

Slide 8 - Diapositive

Winst- & 
verliesrekening



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Opbrengsten

Gewasopbrengsten
Melkopbrengsten
Omzet en aanwas
Overige opbrengsten of neven opbrengsten

Slide 12 - Diapositive

Gewasopbrengsten

Slide 13 - Diapositive

Melkopbrengsten
Grootste aandeel opbrengsten
Invloeden:
  • Vet en eiwit
  • Kwantumtoeslag
  • Seizoensheffingen/toeslagen
  • Bijdragen algemeen belang
  • Inhoudingen/kosten

Slide 14 - Diapositive

Omzet en aanwas
Omzet = verkoop - aankoop vee
Aanwas = waarde vee eindbalans - waarde vee beginbalans

Slide 15 - Diapositive

Overige opbrengsten
Ook wel nevenactiviteiten genoemd, het zijn aanvullende, ondergeschikte activiteiten ten opzichte van de hoofdactiviteit. Het agrarisch bedrijf vormt altijd de hoofdactiviteit.


Waar denken jullie hierbij aan?

Slide 16 - Diapositive

Neven opbrengsten

Slide 17 - Diapositive

Wat vinden jullie van BDV?
Zijn er tips of tops.......

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Winst en verliesrekening
In de winst en verliesrekening worden opbrengsten en kosten ingedeeld in categorieën. Om te bepalen of een bedrijf goede resultaten behaalt, kunnen deze resultaten worden vergeleken met die van soort gelijke bedrijven. Dat kan op basis van kengetallen. 

Voorwaarde is wel dat de kengetallen boekhoudkundig uit dezelfde opbrengsten- en kostenposten zijn opgebouwd. 

Slide 20 - Diapositive

Toegerekende kosten
Alles wat je rechtstreeks aan het vee en de grond kunt toerekenen.
  • Veevoer
  • Kunstmeststoffen
  • Veekosten
  • Overige toegerekende kosten

Slide 21 - Diapositive

Veevoer
Alle kosten voor het voer dat is aangekocht buiten het bedrijf
  • Krachtvoer
  • Ruwvoer
  • Melkpoeder

Slide 22 - Diapositive

Kunstmeststoffen
Stikstof is de grootste kostenpost
  • Kalk
  • Kieseriet
  • Magnesium
Kosten bij zandgrond is vaak hoger dan bij andere grondsoorten

Slide 23 - Diapositive

Veekosten
Gezondheidszorg
  • Dierenartskosten
  • KI kosten
  • Melkcontroles
  • Klauwebekapkosten

Slide 24 - Diapositive

Overige toegerekende kosten
Kosten die je maakt om later voer te genereren.

Bijvoorbeeld de grond die je gebruik voor het melkvee

Slide 25 - Diapositive

Saldo
Opbrengsten - toegerekende kosten

Slide 26 - Diapositive

Niet toegerekende kosten
  • Grond
  • Gebouwen
  • Werktuigen
  • Arbeid
  • Algemene kosten
  • Hypotheekkosten
  • Salarissen

Slide 27 - Diapositive

Afschrijvingen
Verdeling van kosten verdelen over de jaren dat je het middel gebruikt
Omdat het meerdere jaren mee gaat moet je de kosten verdelen over meerdere jaren
Levensduur > gebouwen (25 jaar-4%/jaar) 
machines )10 jaar-10%/jaar)

Slide 28 - Diapositive

Hoe schrijf je af

Slide 29 - Diapositive

Hypotheek
Om de koop of bouw van gebouwen of grond te bekostigen

Slide 30 - Diapositive

Netto bedrijfsresultaat
= saldo - niet toegerekende kosten

Slide 31 - Diapositive

De winst en verliesrekening

Slide 32 - Diapositive

Kosten en opbrengsten
Les 2: Herhaling en nieuwe informatie

Slide 33 - Diapositive

Wat is de som van bedrijfslasten
A
Alle toegerekende kosten
B
Alle niet toegerekende kosten
C
Alle bedrijfskosten
D
Alle kosten t/m saldo

Slide 34 - Quiz

Belasting uit bedrijfsuitoefening is ...
A
Vennootstschapsbelasting
B
Rente
C
Aflossing
D
Hypotheek

Slide 35 - Quiz

Buitengewone laten komen ..... voor
A
Regelmatig
B
Nooit
C
incidenteel
D
Elk kwartaal

Slide 36 - Quiz

Wat is afschrijving
A
Hetzelfde als aflossing
B
De kosten van een grote uitgave verdelen over verschillende jaren
C
De kosten van een grote uitgave verdelen over de gebruiksjaren
D
De kosten van een grote uitgave verdelen over de tijd zolang dat je ondernemer bent

Slide 37 - Quiz

Wat zijn overige lasten?
A
Lasten van een neventak
B
Lasten van het personeel
C
Lasten van de afschrijvingen
D
Lasten die niet onder een bepaalde post vallen

Slide 38 - Quiz

Bedrijfsopbrengsten zijn ...
A
Netto omzet, wijziging voorraden, geactiveerde productie en overige opbrengsten
B
Netto omzet, wijziging voorraden en geactiveerde productie
C
Netto omzet en wijziging voorraden
D
Netto omzet

Slide 39 - Quiz

Aanwas is ...
A
De totale waarde van het vee
B
Verschil van de waarde van vee op de begin- en eindbalans
C
De opbrengsten van het verkopen van vee
D
De kosten van het aankopen van vee

Slide 40 - Quiz

Waarom een winst- en verliesrekening 
Inzicht in de winstontwikkeling
Vergelijkingsmateriaal

Slide 41 - Diapositive

Zelf een winst- en verliesrekening maken
Wat heb je nodig?
  • Informatie over de financiën van een onderneming
  • Alle kostenposten en inkomsten over de te berekenen periode

Slide 42 - Diapositive

Omzet in de agrarische sector
  • Of baten/inkomsten
  • Niet alleen het hoofdinkomen
Welke voorbeelden kunnen jullie bedenken bij een melkveehouderij?

Slide 43 - Diapositive

Kosten in de agrarische sector
  • Onderhoud van dier en pand
  • hypotheek
  • Gezondheid
  • Salaris
  • Voer
  • Gas/water/licht
  • accountant

Slide 44 - Diapositive

Afschrijvingen in de agrarische sector
  • Panden
  • Machines
  • Robots
Afschrijven kan bij grote bedragen gelijk staan aan afbetalen.

Slide 45 - Diapositive

De winst- en verliesrekening bestaat uit ......

Slide 46 - Carte mentale