Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H5.2 De invloed van zee
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Kennis ophalen
Invloed wind vanaf zee
Opdrachten maken
Terugblikken & volgende les
Slide 2 - Diapositive
Verschil tussen zee en land
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
Je kent de regel dat in Europa in gebieden dicht bij zee gemiddeld meer neerslag valt dan in gebieden ver weg van de zee.
Je kent de regel dat de zomer landinwaarts toeneemt en de temperatuur in de winter landinwaarts afneemt.
Je kan uitleggen waarom in Europa het zeeklimaat landinwaarts overgaat in het landklimaat.
Slide 4 - Diapositive
Open je leerboek op bladzijde 75!
Slide 5 - Diapositive
Wind vanaf zee
De zee heeft een matigende invloed op het klimaat van een gebied.
Hoe ver landinwaarts hangt af van overheersende windrichting.
Slide 6 - Diapositive
Europa
Europa: overheersende westelijke winden vanaf de Atlantische Oceaan.
Lucht vanaf zee bevat veel waterdamp
zomer: relatief koele en vochtige wind = relatief natte en koele zomers
Winter: relatief warme en vochtige wind = relatief natte en zachte winters
Wind uit het oosten: droge, koude winters en droge, warme zomers
Slide 7 - Diapositive
Wind vanaf zee
Matigende invloed van de zee neemt landinwaarts steeds meer af.
warmere zomers, koudere winters
afname gemiddelde jaarlijkse neerslag
zeeklimaat wordt landklimaat
Slide 8 - Diapositive
Aan de slag
Wat: maken opdrachten 3 tot en met 5 (blz. 91+92 WB) Wie: individueel Hoe: stilte Tijd: 10-20 minuten Vraag?: Steek je vinger op Klaar?: Laat dit aan mij weten
timer
10:00
Slide 9 - Diapositive
Terugblikken & volgende les
Aan het einde van de les:
Je kent de regel dat in Europa in gebieden dicht bij zee gemiddeld meer neerslag valt dan in gebieden ver weg van de zee
Je kent de regel dat de zomer landinwaarts toeneemt en de temperatuur in de winter landinwaarts afneemt
Je kan uitleggen waarom in Europa het zeeklimaat landinwaarts overgaat in het landklimaat.
Huiswerk: maken opdrachten 3 tot en met 5 (blz. 91+92 WB)