Week 1 - Les 2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Week 1 - Les 2

Periode 2

Planning

Lesdoelen: beheersen woordjes les 1, snappen future tenses

1) Overhoren vocab les 1

2) Herhalen future tense + LessonUp opdr

3) Maken opdr 5, 6, 7 (blz 73)

quizlet.com

Planning

Lesdoelen: beheersen woordjes les 1, snappen future tenses

1) Overhoren vocab les 1

2) Herhalen future tense + LessonUp opdr

3) Maken opdr 5, 6, 7 (blz 73)

Future Tenses

Future Simple = will + werkwoord 

Be going to = am/is/are + going to + werkwoord

present continuous = am/is/are + werkwoord + ing

Present Simple = werkwoord / werkwoord + (e)s

Future Simple

* Bij voorspellingen zonder bewijs

* Bij beloftes

* Bij beslissingen op het moment van spreken

I think it will rain tomorrow.

I promise that I will help you.

Don't worry, I will go to the supermarket to buy us some snacks.

(+) = will + hele werkwoord

(-) = will not / won't + hele werkwoord

(?) = Will + onderwerp + hele werkwoord

Be Going To

* toekomstige plannen en intenties

* voorspellingen gebaseerd op bewijs

I am going to learn French next year

Look at the clouds, it is going to snow later.

(+) am/is/are + going to + werkwoord

(-) am not/is not/are not + going to  + werkwoord

(?) am/is/are + onderwerp + going to + werkwoord

Present Continuous

* geplande afspraken in de nabije toekomst (staat zo goed als vast)

I am driving to New York tomorrow

Tom is playing videogames with his friends tonight

(+) am/is/are + werkwoord + ing

(-) am not/is not/are not + werkwoord + ing

(?) am/is/are + onderwerp + werkwoord + ing

Present Simple

* Tijdschemas / Toekomstige feiten

The train leaves at 8 p.m.

Tom is 22 years old next week.

(+) I/you/we/they = ww

He/She/It = ww+s / ww+es

(-) don't + ww / doesn't + ww

(?) Do/Does + onderwerp + ww

Oefening 1

Zet de onderstaande zinnen in de future. Kies tussen:

Present Simple, Present Continuous, Will, Be going to

Type alleen de werkwoorden

The train _____ at 11.45 (to leave)

We _____ dinner at a nice restaurant on Saturday, but we haven't booked a table yet. (to have)

On Sunday at 8 o'clock I _____ my friend. (to meet)

Wait! I _____ you to the station. (to drive)

Look at the clouds - it _____ in a few minutes. (to rain)

Oefening 2

Zet de zinnen in de juiste volgorde. Zet hierbij ook het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de toekomst.

to my parents / (to go) / tomorrow. / we

at 8:45. / lesson / English / The / (to start)

Harry / (to be) / in 2050 / old / how / ?

This time / we / to York. / (to drive) / tomorrow

I have my ticket, / I / (to fly) / to Spain / tomorrow.

Planning

Lesdoelen: beheersen woordjes les 1, snappen future tenses

1) Overhoren vocab les 1

2) Herhalen future tense + LessonUp opdr

3) Maken opdr 5, 6, 7 (blz 73)

Opdr 1 t/m 7 §2.1

Ga naar Unit Listening in de online methode

Maak opdracht 1 tm 7 van les 1

Leer de woorden van Les 1 wanneer je klaar bent

Homework

Huiswerk volgende week = 

Opdracht 1 t/m 10 van Listening Les 1 afhebben (online)

LessonUps week 1

Huiswerk volgende les =

Leren woorden Listening Les 1 (p. 97+98)