Nederlands - Woordenschat - Techniek - H2

• Burgerschapsonderwijs
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

NEDERLANDS

WOORDENSCHAT TECHNIEK

2. EEN FIETS REPAREREN

Welke dingen zitten er op en aan een fiets?

Maak opdracht 1

bladzijde 16 en 17

Welke woorden uit het woordweb herken je in de tekst bij opdracht 1?

Onderstreep deze woorden.

EEN FIETS REPAREREN

Bladzijde 17 en 18

Steeksleutel

Ringsleutel

Inbussleutel

Op deze website staat nog meer info over sleutels.

Maak opdracht 2 t/m 8

bladzijde 19 t/m 22

Welke zin klopt?

1. De binnenband van je fiets zit in de jasbeschermer.
2. Een pedaal is een zeshoekig ijzeren staafje om speciale schroeven vast te draaien.
3. Door het ventiel pomp je lucht in de binnenband van je fiets.
4. Met een steeksleutel zet je je fiets op slot.

EEN FIETS REPAREREN 2

Bladzijde 23 en 24

Welke woorden en handelingen herken je in het volgende filmpje?

Maak opdracht 9 t/m 16

bladzijde 25 t/m 29

Welke fietsonderdelen ken je nu?

Maak opdracht 17

bladzijde 29

       Maak een kloppende zin met het woord.