Slim plannen voor gebouwenonderhoud

Slim plannen voor gebouwenonderhoud

Leerdoelen

Je kunt werkzaamheden in een logische volgorde plannen, prioriteren, om verduidelijking vragen en actief informatie verzamelen.

Wat weet je al over het maken van een planning voor gebouwenonderhoud?

Wat is een planning?

Een planning is een overzicht van taken die gedaan moeten worden en wanneer ze moeten gebeuren.

Soorten planningen

Er zijn verschillende soorten planningen, zoals dagelijkse, wekelijkse en lange termijn planningen.

Prioritering aanbrengen

Prioritering betekent beslissen welke taken het belangrijkst zijn en eerst moeten worden gedaan.

Hulp vragen

Het is belangrijk om hulp te vragen als je iets niet begrijpt of als je vastloopt in je werk.

Actief informatie verzamelen

Actief informatie verzamelen betekent proactief zoeken naar de benodigde informatie voor je werkzaamheden.

Afstemmen met collega's

Het is cruciaal om te overleggen en samen te werken met collega's om de planning soepel te laten verlopen.

Hulp inschakelen

Soms heb je hulp nodig van collega's of leidinggevenden om bepaalde taken uit te voeren.

Voorbeeldplanning

Toon een voorbeeld van een eenvoudige planning voor het onderhouden van een gebouw.

Groepsactiviteit

Verdeel de klas in groepen en laat ze een eenvoudige planning maken voor een onderhoudstaak.

Case study

Bespreken van een praktijkvoorbeeld waarbij een goede planning het verschil maakte in gebouwenonderhoud.

Vragen stellen

Geef de studenten de kans om vragen te stellen over de les en het onderwerp.

Reflectie

Laat de studenten kort reflecteren op wat ze hebben geleerd en hoe ze dit kunnen toepassen in de praktijk.

Evaluatie

Evalueer samen met de studenten wat ze vonden van de les en of ze de leerdoelen hebben behaald.

Afsluiting

Sluit de les af door de belangrijkste punten nogmaals te benadrukken en de studenten aan te moedigen om te blijven oefenen met plannen maken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.