1.1 en 2 Jong en oud

H1 Bevolking 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H1 Bevolking 

Slide 1 - Diapositive

Heeft NL een hoger geboorte- of sterftecijfer?
A
Geboortecijfer
B
Sterftecijfer

Slide 2 - Quiz

Bevolkingsdiagrammen in transitie 

Slide 3 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. In welke fase zal de bevolking het sterkst groeien?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 4 - Quiz

In welke fase van het demografisch transitiemodel kunnen de meeste landen in Afrika worden geplaatst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Het verschil tussen geboorte en sterfte noem je...
A
Afname van de bevolking
B
Natuurlijke bevolkingsgroei
C
Ontgroening
D
Bevolkingsgroei

Slide 6 - Quiz

Bij fase 3 hoort de volgende omschrijving:
A
Het sterftecijfer en het geboortecijfer zijn hoog.
B
Het sterftecijfer daalt en het geboortecijfer blijft hoog. De bevolking groeit.
C
Zowel het sterftecijfer als het geboortecijfer zijn laag.
D
Het geboortecijfer en het sterftecijfer dalen. De bevolking groeit relatief niet meer zo snel.

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurd er als er in een land zowel vergrijzing als ontgroening plaatsvindt?
A
De bevolking krimpt.
B
De bevolking groeit.
C
Er is een te kort aan jongeren, en teveel aan ouderen.
D
Er is een te veel aan jongeren, en te kort aan ouderen

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er met de totale bevolking als er een sterfte overschot is?
A
Dan neemt het aantal mensen toe
B
Dan groeit de bevolking
C
Er is dan sprake van een positieve groei
D
Er is dan sprake van een negatieve groei (krimp)

Slide 9 - Quiz

De bevolking groeit op basis van natuurlijke en sociale groei. Wat is de natuurlijke groei?
A
Op basis van natuurlijke cijfers
B
De lengte van de mensen
C
Op basis van geboorte en sterfte
D
Op basis van immigratie en emigratie

Slide 10 - Quiz

In welke soort landen groeit de bevolking het snelst?
A
Ontwikkelingslanden
B
Midden-Inkomenslanden
C
Welvarende landen

Slide 11 - Quiz

Op welke 2 manieren groeit een bevolking?
A
geboortecijfer-sterftecijfer
B
immigratie- emigratie
C
natuurlijke bevolkingsgroei- sociale bevolkingsgroei
D
natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei

Slide 12 - Quiz

Bevolkingsdichtheid
A
Grote steden bij elkaar
B
Hoeveel mensen op een vierkante kilometer
C
Bevolking : oppervlakte land
D
Hoeveelheid hoog en laagbouw

Slide 13 - Quiz

Niger: Geboortecijfer = 51
Sterftecijfer = 14
A
Bevolking groeit
B
Bevolking krimpt
C
Bevolking blijft gelijk

Slide 14 - Quiz

Niger: Geboortecijfer 103
Sterftecijfer 55
A
Bevolking groeit
B
Bevolking krimpt
C
Bevolking blijft gelijk

Slide 15 - Quiz

Welk begrip hoort bij: de manier waarop de bevolking is ingedeeld waarbij naar leeftijd, geslacht en herkomst wordt gekeken?
A
bevolkingsspreiding
B
bevolkingssamenstelling
C
bevolkingsspreiding
D
bevolkingsgrafiek

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Bevolkingsdiagrammen(2)

In de eerste fase van het demografische transitiemodel zijn zowel het geboorte- als het sterftecijfer erg hoog. Dit is ook te zien in deze bevolkingsdiagram, je ziet namelijk dat de voet van de pyramide, wat de mensen tussen 0 en de 15 jaar weer geeft, erg breedt is. Richting de top wordt hij al snel erg puntig. dit houdt in dat de bevolking vanaf 65 snel kleiner wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
1
In de 2e fase van het model maakt het land de eerste economische groei door.  Dit is ook duidelijk te zien aan de bevolkingsdiagram. Door de breede voet vertelt dat geboortecijfer nog steeds hoog is, maar er overlijden weinig mensen, het sterftecijfer is dalend. Dit is ook duidelijk te zien door dat de punt van de bevolkingsdiagram minder stijl wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
2
In de 3e fase van het model neemt de welvaart verder toe, daardoor wordt de groei van de bevolking afgeremd. Je ziet aan de voet van de bevolkingsdigram dat de geboortecijfer daalt, want hij wordt minder breedt. Het sterftecijfer neemt door de toenemende welvaart ook af, dit zie je doordat de top niet meer punt heeft, maar meer rond wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een granaat-vorm.
3
In deze fase kunnen vooral de rijke landen uit het centrum geplaatst worden. In de 4e fase is er een lage en vrij wel gelijke sterfte- en geboortecijfer. De bevolking neemt dan ook nauwelijks toe. De bevolkingsdiagram zal meer recht worden. In de toekomst zal het naar de 5e fase verschuiven, het geboortecijfer zal dalen en het sterftecijfer zal sterk gaan stijgen waardoor de bevolkingsgroei zal afnemen. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een urn-vorm
4/5
Piramide
Piramide
Granaat/
klok/ toren
Urn/ui

Slide 18 - Diapositive

Hoe noemen we dit?
A
bevolkingsberg
B
statistiek
C
bevolkingsgrafiek
D
bevolkingspyramide

Slide 19 - Quiz

Wat vertelt een bevolkingsdiagram over de bevolking van een land?
A
Wie er dood gaan in een land
B
Wie er geboren worden in een land
C
Hoe oud mensen worden
D
Samenstelling van de bevolking

Slide 20 - Quiz


Van welk land zou dit een bevolkingspiramide kunnen zijn?
A
Duitsland
B
Mali
C
Polen
D
China

Slide 21 - Quiz

In welke fase van het demografisch transitie model zit de bevolkingsdiagram van Indonesië?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 22 - Quiz

Wat laat de bevolkingsdiagram van Indonesië zien?
A
Een ontwikkeld land
B
Een land in ontwikkeling
C
Een sterfteoverschot
D
Een geboorteoverschot

Slide 23 - Quiz

In welke fase van het demografisch transitie model zit Rusland in 2016?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 24 - Quiz

Bekijk de leeftijdsdiagram van Rusland. Welke ontwikkeling zie je?
A
Land in ontwikkeling; veel geboorten, minder sterfgevallen
B
Een ontwikkeld land; weinig geboorten, veel sterfgevallen
C
Ontwikkelingsland; veel geboorten, veel sterfte

Slide 25 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het geboortecijfer en sterftecijfer?

Slide 26 - Question ouverte

Wanneer spreken we van een sterfteoverschot?

Slide 27 - Question ouverte