V6 debat voorbereiden - lichaamstaal en argumentatie 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom 

v6ta!

Programma

1. 10 minuten lezen / mondeling voorbereiden
2. Huiswerkopdrachtje
3. Argumentatie deel 2
4. Afsluiting en vooruitblik
   

10 minuten lezen / mondeling voorbereiden

Krokodillen

• Bereid nu een presentatie voor van 1 minuut over krokodillen. ​
• Je mag kiezen: je gebruikt je lichaamstaal NIET op de juiste manier óf je gebruikt je lichaamstaal WEL op de juiste manier.
• Volgende les vraag ik (via een rad) een aantal leerlingen naar voren om hun presentatie te houden. ​
  

Non-verbale communicatie

Als we het over non-verbale communicatie hebben, hebben we het over de volgende componenten: ​

• Stemgebruik (tempo, intonatie, volume, articulatie)​
• Houding (manier van zitten/staan, handgebruik, gezichtsuitdrukking)​
• Interactie (oogcontact, reageren op het publiek)

Noteer naar aanleiding van de presentaties over krokodillen bij zowel stemgebruik, als houding, als interactie iets dat je wel moet doen.

Argumentatieschema's

= verband tussen standpunt en argument

Er zijn 4 soorten: 

1. kenmerken (kenmerken, voor- en nadelen, voorbeelden)
2. vergelijking
3. causaliteit (oorzaak en gevolg, doel-middel)
4. autoriteit

Kenmerken

Kenmerken = Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van de groep dat kenmerk ook.

Zij is koopverslaafd, want zij koopt minstens één keer per week nieuwe kleren.

Kenmerken

Voorbeelden = Argumenten zijn gebaseerd op voorbeelden.

Irene is chaotisch. Gisteren had ze haar sportspullen thuis laten liggen, eergisteren was ze haar fietssleutel kwijt en vandaag liet ze haar brood op het aanrecht liggen.

Kenmerken

Voor- en nadelen = Hier wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis daarvan wordt een oordeel uitgesproken.

Je moet stoppen met roken, want sigaretten zijn heel duur. (nadeel)

Laten we nu naar het strand gaan, want daar is het lekker rustig. (voordeel)

Vergelijking

Vergelijking = Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen. 

Het is niet raar dat ze in Brazilië op grote schaal oerwoud verbranden om landbouwgrond te creëren: in West-Europa hebben wij onszelf toch ook in de loop der jaren moeten ontwikkelen tot we een moderne samenleving zijn geworden?

Causaliteit

Oorzaak en gevolg = Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis.

Er zal in de toekomst minder geweld tegen hulpverleners zijn, want de straffen die opgelegd worden aan overtreders, zijn inmiddels veel zwaarder geworden.

Causaliteit

Doel-middelrelatie = Bij een doel-middelrelatie wordt het middel bewust ingezet; bij een oorzaak-gevolgrelatie leidt het een tot het ander op een natuurlijke wijze; middel = oorzaak; doel = gevolg

We willen laptops invoeren, dat is goed voor het zelfstandig studeren.

Autoriteit

- autoriteit = Een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of gezaghebbende.

De BOVAG heeft gezegd dat de Volvo S60 veel problemen heeft met de motor. Daarom ga ik die auto zeker niet kopen.

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Louis van Gaal en Marco van Basten zijn grote voorstanders van het invoeren van zuivere speeltijd bij het voetbal. Laten we er niet langer mee wachten: invoeren die handel.

1. autoriteit
2. voorbeeld
3. oorzaak en gevolg
4. vergelijking

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.

1. oorzaak en gevolg
2. voor- en/of nadelen
3. autoriteit
4. voorbeelden

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.

1. oorzaak en gevolg
2. voor- en/of nadelen
3. autoriteit
4. voorbeelden

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Volgens mij wordt het steeds moeilijker om in Amsterdam een betaalbare woning te kopen. Veel investeerders zetten hun geld niet meer op de bank, maar steken hun geld in woningen, die ze voor hoge prijzen verhuren.

1. autoriteit
2. voorbeeld
3. oorzaak en gevolg
4. vergelijking

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Aangezien scooterberijders een helm moeten dragen, lijkt het me niet meer dan logisch dat mensen die op een e-bike rijden dat ook moeten.

1. autoriteit
2. voorbeeld
3. oorzaak en gevolg
4. vergelijking

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.

1. oorzaak en gevolg
2. voor- en/of nadelen
3. autoriteit
4. voorbeelden

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.

1. oorzaak en gevolg
2. voor- en/of nadelen
3. vergelijking
4. voorbeelden

Debat voorbereiden

Je mag de rest van de les gebruiken om je debat voor te bereiden.

Indeling debatten

Donderdag 6 maart: Ruben, Lianne, Jitte en Fariz (Fast fashion moet verboden worden) / Mees, Lucas B, Niek en Rubin (Er moeten verplicht psychologen op scholen worden ingezet om jongeren mentaal gezond te houden)

Maandag 10 maart:  Jorian, Lucas S, Otto en Jelke (Nederland moet de opkomstplicht van Defensie weer invoeren) / Lieke V, Rick, Lieke M en Nienke (De wolf hoort niet in Nederland)

Donderdag 13 maart:  Tycho, Lukas, Joren en Thijmen (Jongeren moeten gezonder aan eten en drinken)/ Alicia, Parker, Carlijn en Ingrid (De monarchie moet worden afgeschaft)

Maandag 17 maart: Ellen, Anne, Mayke en Vivièn (De militaire dienstplicht moet weer worden ingezet in Nederland).

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les: maandag 3 maart

• Huiswerk: je debat voorbereiden
• Meenemen: leesboek(en) en laptop
• Programma: debat voorbereiden