Basisgrammatica NT2 les 14 verkleinwoorden

Eenvoudige 
Basisgrammatica NT2 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Eenvoudige 
Basisgrammatica NT2 

Slide 1 - Diapositive

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Diapositive

Je leert nieuwe woorden schrijven.
Je leert een spellingsregel en
je past die regel toe.
Je maakt zinnen met de woorden.

De doelen

Slide 3 - Diapositive

Basisgrammatica nt2
les 14 verkleinwoorden

Slide 4 - Diapositive

Lees:
Ik heb een klein huis met een kleine tuin. Mijn kleine auto staat voor de deur. Ik woon ook in een klein dorp met een leuke kleine kerk.
In mijn wc zit een klein raam. Mijn kleine kat zit vaak voor het raam van de kamer. Ze kijkt naar de kleine vogel in 
de kleine boom in de tuin.
In een kleine kamer van mijn huis staat mijn wasmachine.

Slide 5 - Diapositive

verkleinwoord

Slide 6 - Carte mentale

een klein huis
een kleine tuin
en kleine auto
een klein dorp
een kleine kerk
een klein raam
een kleine kat
een kleine vogel
een kleine boom
een kleine kamer
...........
........
........
........
.........
.........
.......
......
.......
........

Slide 7 - Diapositive

Verkleinwoorden maken
- je
- pje
- tje
-etje
-m
-l, -n,-w,-r
-a,-o,-u, -e !!
leren!!!!
het handje
het boekje
het visje
het briefje
het taartje
het boompje
het raampje
het oompje

het stoeltje
het schoentje
het vrouwtje
het deurtje
het autootje
het parapluutje
het balletje
het mannetje
het ringetje
het sterretje

Slide 8 - Diapositive

nog meer....
a - aa
leren:
het blad - het blaadje 
het glas - het glaasje
het gat - het gaatje
het schip - het scheepje
de jongen - het jongetje

Slide 9 - Diapositive

de klas
A
het klastje
B
de klasje
C
het klasje
D
het klaspje

Slide 10 - Quiz

de teen
A
de teentje
B
het teentje
C
de teenje
D
het teenetje

Slide 11 - Quiz

de muur
A
het muurtje
B
het murtje
C
het muurpje
D
het muurje

Slide 12 - Quiz

de boom
A
het boomje
B
het bommetje
C
de boompje
D
het boompje

Slide 13 - Quiz

de pen
A
het penje
B
het pentje
C
het pennetje
D
het penetje

Slide 14 - Quiz

de deur

Slide 15 - Question ouverte

de telefoon

Slide 16 - Question ouverte

de bal

Slide 17 - Question ouverte

de fiets

Slide 18 - Question ouverte

de jongen

Slide 19 - Question ouverte

Opdrachten
Maak:  les 14 basisgrammatica.
Werk samen.
Is ook het huiswerk voor de volgende les.



Slide 20 - Diapositive