V5 paragraaf 4.3 Hoe functioneert een stad?

4.3 Hoe functioneert een stad?


De aantrekkelijke stad
Kennis en creativiteit in de stad
Bestuur en beleid

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.3 Hoe functioneert een stad?


De aantrekkelijke stad
Kennis en creativiteit in de stad
Bestuur en beleid

Slide 1 - Diapositive

Waarom willen jonge mensen graag in de stad wonen?

Slide 2 - Question ouverte

Waarom is de stad een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven?

Slide 3 - Question ouverte

De aantrekkelijke stad
Vanaf 1990 is de stad weer een aantrekkelijke plek voor bedrijven door agglomeratievoordelen: meer productiviteit, innovatie, creativiteit en efficiency mogelijk.

Hoe komt dat?
  • Grote afzetmarkt
  • Veel leveranciers
  • Voldoende werknemers

Slide 4 - Diapositive

Wat is een agglomeratievoordeel?
A
profiteren van elkaars kennis
B
het verplaatsen van de assemblage naar Oost-Europa
C
wetenschappelijke instituten die zich in de regio vestigen
D
je bedrijf plaatsen op de plek waar de lonen het laagst zijn

Slide 5 - Quiz

De aantrekkelijke stad
Bij welke omvang van een stad zijn de agglomeratievoordelen maximaal?

Twee meningen:
  1. Nederland lift mee op succes van Amsterdam.
  2. Zet in op samenwerking tussen steden. Expats zien NL als één grote stad.

Slide 6 - Diapositive

Kenniseconomie
De kenniseconomie: Een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe producten worden bedacht.

De kenniseconomie leunt sterk op zakelijke dienstverlening.

Wat houdt dat in? Geef je antwoord op de volgende slide.

Slide 7 - Diapositive

Wat is zakelijke dienstverlening?

Slide 8 - Question ouverte

Noem enkele beroepen in zakelijke dienstverlening.

Slide 9 - Question ouverte

Kenniseconomie
Vooral steden zijn een goede locatie voor bedrijven in de kenniseconomie, omdat hier snel en eenvoudig kennis gedeeld kan worden. Zoals in scienceparken.

Wat is een nadeel voor nr. 6?
Vul je antwoord in op de volgende slide.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het nadeel van de locatie van nummer 6?

Slide 11 - Question ouverte

Science Park
Science Park

Kenmerken?
  • In de buurt van een universiteit
  • Moderne digitale en infrastructurele verbindingen

Bekijk het filmpje over het Science Park in Eindhoven

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Noem enkele voordelen van de High Tech Campus Eindhoven.

Slide 14 - Question ouverte

Broedplaats
Broedplaats
Draagt bij aan creatieve stad.

Kenmerken?
  • Oude loodsen in verpauperde industrie- en havengebieden
  • Creatieve bedrijven: alternatieve kunst, start-ups, kleine bedrijven die nog niet goed lopen etc.
Bekijk het filmpje over een broedplaats in Amsterdam

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

De creatieve sector
Net als Science Parks zijn broedplaatsen ook belangrijk voor de economie. Waarom?
  • De creatieven maken veel gebruik van stedelijke voorzieningen.
  • Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.

Slide 17 - Diapositive

Samenwerking overheid en bedrijven
De overheid werkt samen met bedrijven bij grote bouwprojecten: pps.
De publieke sector behartigt de belangen van ons allemaal.
De private sector levert geld en specialistische kennis.

Door middel van publiek-private samenwerking (pps) wordt de Amsterdamse Zuidas groener en is er plaats voor recreatie.

Slide 18 - Diapositive

Bestuurlijke samenwerking
Bestuurlijke samenwerking noodzakelijk omdat mensen vaak actief zijn in meerdere gemeenten.
Er zijn 22 stadsgewesten in Nederland.

Waarom bepaalt de stadsgewest het aantal nieuwbouwwoningen en niet de gemeentes?
  • Afstemming tussen gemeenten nodig, voorkomen leegstand of tekort. Bijvoorbeeld in dit geval: steden groeien, groeikernen krimpen.

Slide 19 - Diapositive

Regionale samenwerking
Amersfoort overlegt met omliggende gemeenten over nieuwe recreatie-mogelijkheden.

Dit heet regionale samenwerking.

Welke relaties hebben al deze gemeenten met Amersfoort?
Geef je antwoord op de volgend slide.  

Slide 20 - Diapositive

Welke relaties hebben al deze gemeenten met Amersfoort?

Slide 21 - Question ouverte

Heb je nog vragen?

Slide 22 - Question ouverte

Huiswerk
Maken opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 4.3

Slide 23 - Diapositive