4.3 - Kracht, massa en versnelling (les 3)

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 1 - Diapositive

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.

Slide 2 - Diapositive

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 3 - Diapositive

Bespreking opgaven.
 
Formule 1-auto’s kunnen bochten nemen met een extreem hoge snelheid. De coureurs trainen hiervoor speciaal hun nekspieren.
Leg uit waarom dat nodig is. Gebruik het woord ‘traagheid’ in je antwoord.



Een formule 1-auto trekt veel sneller op dan een doorsnee personenauto.
Geef hiervoor twee mogelijke oorzaken.




Overige opgaven via SmartNotebook

Slide 4 - Diapositive

Geef antwoord op onderstaande vragen;
1) Formule 1-auto’s kunnen bochten nemen met een extreem hoge snelheid. De coureurs trainen hiervoor speciaal hun nekspieren.
Leg uit waarom dat nodig is. Gebruik het woord ‘traagheid’ in je antwoord.

2) Een formule 1-auto trekt veel sneller op dan een doorsnee personenauto.
Geef hiervoor twee mogelijke oorzaken.

Slide 5 - Question ouverte

Een opel astra heeft een massa van 1300 kg. De remmen moeten voldoende remkracht kunnen leveren voor een remvertraging van minstens 5.2 m/s^2. Bereken hoe groot de remkracht minstens moet zijn

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

De MIN...
Geeft aan dat de kracht tegen de beweegrichting werkt ...

Slide 8 - Diapositive

Een motor trekt op bij het stoplicht en heeft een versnelling van 3 m/s^2. De voortstuwingskracht is 4000 en de weerstandskracht is 400 N. Bereken de massa van de motor.

Slide 9 - Question ouverte

Op een auto (1400 kg) werkt een voorstuwingskracht van 900 N en een weerstandskracht van 300 N. De auto rijdt met een snelheid van 30 m/s en is aan het versnellen voor 7 seconde. Bereken de nieuwe snelheid.

Slide 10 - Question ouverte

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak de test jezelf van H4.3 af.

Hoe?  Je mag fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Ga vast H4.4 lezen.

Slide 11 - Diapositive