beeldaspect kleur

Kleur
Beeldaspect:
Kleur
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kleur
Beeldaspect:
Kleur

Slide 1 - Diapositive

Kleurencirkel
Itten

Slide 2 - Diapositive

Primaire kleuren
Primaire kleuren= geel, rood en blauw: deze kleuren zijn niet door mengen te verkrijgen.

Slide 3 - Diapositive

Secundaire kleuren
Secundaire kleuren= kleuren die men verkrijgt door de primaire kleuren in gelijke hoeveelheden, twee aan twee, met elkaar te mengen.

Oranje=rood+geel
Paars= rood+blauw 
 Groen=blauw+geel 


Slide 4 - Diapositive

Tertiaire kleuren
Tertiaire kleuren=  ontstaat wanneer je een primaire met een secundaire kleur mengt. 
 licht-groen= geel+groen
donker-groen= blauw + groen
licht-oranje= geel + oranje
donker-oranje= rood + oranje
blauw-paars=blauw + paars
rood-paars = rood + paars

Slide 5 - Diapositive

kleurcontrasten

Slide 6 - Diapositive

kleur-tegen-kleurcontrast= tegenstelling tussen zuivere kleuren; de kleurwerking wordt meestal als bont en luidruchtig ervaren.

Slide 7 - Diapositive

koud- warmcontrast= tegenstelling tussen koude kleuren en warme kleuren; dit contrast is belangrijk bij ruimtesuggestie en de suggestie van plasticiteit.


koud- warmcontrast= tegenstelling tussen koude kleuren en warme kleuren; dit contrast is belangrijk bij ruimtesuggestie en de suggestie van plasticiteit.


Slide 8 - Diapositive



Complementair contrast= Tegenstelling tussen kleuren die tegenover elkaar in de kleurencirkel liggen


Slide 9 - Diapositive


Licht-donkercontrast= Tegenstelling met lichte en donkere kleuren. Zwart en wit vormen het grootste licht-donkercontrast.

Slide 10 - Diapositive

Verzadigde kleuren/zuivere kleuren= Kleuren in hun zuiverste vorm, pure kleuren; geen vermenging met zwart of wit.
Onverzadigde kleuren= Kleuren gemengd met wit, zwart of grijs; als gevolg daarvan is de kleurkracht afgenomen.

Slide 11 - Diapositive

Verhelderde kleuren= Kleuren waaraan steeds meer wit is toegevoegd.
Verdonkerde kleuren= Kleuren waaraan steeds meer zwart is toegevoegd.


Slide 12 - Diapositive

Kleurenfamilie= Een groep kleuren die onderling weinig verschillen; bijv.: kleuren toontrap.


Slide 13 - Diapositive

Optische kleurmenging= het mengen van kleuren door het oog en niet van tevoren op het palet; bijv. bij pointilleren

Slide 14 - Diapositive

rood, geel en blauw noemen we
A
felle kleuren
B
primaire kleuren
C
basiskleuren
D
echte kleuren

Slide 15 - Quiz

paars is de mengkleur van
A
blauw en rood
B
geel en rood
C
blauw en geel
D
rood en zwart

Slide 16 - Quiz

Hiernaast is er sprake van:
A
Groot kleurcontrast
B
gebruik van kleuren uit een kleurfamilie
C
gebruik van warme kleuren
D
grote tooncontrasten

Slide 17 - Quiz

In het schilderij hiernaast worden de volgende kleuren gebruikt
A
verhelderde kleuren
B
verdonkerde kleuren
C
zuivere kleuren
D
verhelderde en verdonkerde kleuren

Slide 18 - Quiz

Met contrast wordt .........................bedoeld.
A
Overeenkomst
B
Tegensteling

Slide 19 - Quiz